Volgens een studie voorspellen hoge niveaus van creatinine kinase een tragere voortgang van ALS

05-06-2020

Onderzoek

Bij de meeste patiënten met amyotrofische laterale sclerose (ALS) zijn de niveaus van creatinine kinase — een merker van spierschade — hoog en ze blijken beduidend hoger bij mensen bij wie de ziekte trager voortschrijdt. Dat blijkt uit een studie met patiënten en muizen.

Deze bevindingen suggereren dat dit eiwit – waarvan de toenemende niveaus blijkbaar typisch zijn voor ALS en niet voor andere neurodegeneratieve ziektes – kan worden gebruikt om de snelheid van de ziektevoortgang bij ALS-patiënten te voorspellen.

De studie draagt de titel ‘Creatinine Kinase and Progression Rate in Amyotrophic Lateral Sclerosis’ (‘Creatinine kinase en de voortgangssnelheid bij amyotrofische laterale sclerose’) en verscheen in het tijdschrift Cells.

Biomerkers die ons aan informatie helpen over de ziektevoortgang zijn waardevolle instrumenten om te bepalen hoe een ziekte in de loop der tijd zal veranderen, en om de effectiviteit van behandelingen objectief te meten.

Bij ALS gaan de niveaus van creatinine kinase normaal gezien omhoog. Dit wordt in verband gebracht met een verlies van motorneuronen (de zenuwcellen die zijn betrokken bij de vrijwillige bewegingen), een verlies van connecties tussen de zenuwen en de spieren, en het wegteren van de spieren.

Het blijft echter onduidelijk of deze stijging van de creatininekinase-niveaus een compenserend mechanisme is om spierschade tegen te gaan, dan wel een kenmerk van ALS dat ons helpt de ziektevoortgang te voorspellen.

Een team van Italiaanse onderzoekers mat de bloedniveaus van creatinine kinase bij 126 ALS-patiënten met een gemiddelde leeftijd van 66, bij wie de symptomen 26 maanden voor ze zich inschreven voor de studie waren ingetreden.

De controlegroep bestond uit 88 patiënten (gemiddelde leeftijd 65) met chronische inflammatoire demyeliniserende polyradiculoneuropathie (CIDP), een auto-immuunziekte waarbij de beschermende myelineschede verloren gaat en de zenuwcellen afsterven, wat motorische symptomen veroorzaakt bij zowat 94% van deze mensen.

De redenering achter deze controlegroep was dat CIDP-patiënten specifieke ziektemechanismen vertonen, maar dat deze ziekte en ALS de motorneuronen op gelijkaardige manieren aantasten. Dit helpt de onderzoekers te doorgronden of de verhogingen van de creatininekinase-niveaus wel degelijk een compenserend mechanisme zijn.

De resultaten toonden aan dat ALS-patiënten met een spinale aanvang van de ziekte (beginnende met zwakte in de armen en benen) hogere niveaus vertoonden van niet alleen creatinine kinase, maar ook van een ander eiwit dat betrokken is bij de spierfunctie, myoglobine, dan patiënten met een bulbaire aanvang van ALS (beginnende met zwakte in de spieren voor de spraak, het kauwen en het slikken).

De niveaus van deze beide eiwitten lagen ook beduidend hoger bij patiënten met een trage ziektevoortgang — die wordt gedefinieerd als een maandelijkse reductie met 0,5 punten of minder in de scores van de Gereviseerde Functionele Meetschaal voor ALS (ALSFRS-R) sinds de aanvang van de symptomen — vergeleken met patiënten bij wie de ziekte snel voortschrijdt.

Daarop maten de onderzoekers de niveaus van creatinine kinase na vier, acht, 12 en 16 maanden na de rekrutering voor de studie. Daarbij bleven de niveaus tot 12 maanden opvolging beduidend hoger bij patiënten met een trage evolutie, en werden tussen de verschillende groepen geen verschillen vastgesteld na 16 maanden.

Vanaf de start van de studie tot maand 12 waren de creatininekinase-niveaus ook significant geassocieerd met de ALSFRS-scores, waarbij hogere eiwitniveaus hogere scores (of een betere functie bij patiënten) voorspelden.

Het verband was echter logaritmisch, dat wil zeggen dat “voor lage CK- [creatinine kinase] bloedniveaus minieme variaties in de CK-niveaus verband houden met grote variaties in de ALSFRS-R-score”, zo schrijven de onderzoekers.

Een vergelijking van creatininekinase- en myoglobineniveaus bij ALS-patiënten en controlegevallen demonstreerde dat de niveaus van deze beide eiwitten beduidend verhoogd waren bij ALS, wat suggereert dat een stijging van de niveaus van deze eiwitten specifiek was voor deze ziekte.

De onderzoekers bevestigden daarna hun bevindingen in ALS-muizenmodellen, en demonstreerden daarbij dat een model met een traag voortschrijdende ziekte hogere niveaus van creatinine kinase had dan een ander model, waarbij de ziekte zich sneller ontwikkelde. Deze bevindingen bij dieren suggereerden ook dat muizen met een trage ziektevoortgang trager evolueren in hun ziekte omdat ze een grotere spiermassa hebben en beter in staat zijn ziektemechanismen tegen te gaan voor langere periodes.

Globaal gezien “kunnen serum-CK en -Mb [myoglobine] nuttige instrumenten zijn om de ziektevoortgang van ALS te voorspellen en op te volgen, aangezien hogere niveaus verband houden met een trage ziektevoortgang”, zo besluiten de onderzoekers.

Ze suggereren ook dat er “een centrale rol is weggelegd voor de spieren als mogelijk therapeutisch doelwit voor ALS”, aangezien de beide spiereiwitten die werden onderzocht voor deze studie geen verhoogde niveaus vertonen bij andere ziektes waarbij schade aan de motorneuronen voorkomt.

 

Vertaling: Bart De Becker

Bron: ALS News Today

Share