Scans van spieren helpen om zenuwverlies te evalueren bij ALS en andere motorische ziekten, studiebevindingen uit het VK.

16-01-2018

Spieren analyseren via MRI (magnetische resonantie beelden) kan meehelpen in het ontdekken van kleine fysiologische veranderingen die plaats vinden wanneer motorisch-neurologische ziekten zoals ALS verergeren, concludeert een studie uitgevoerd door Britse onderzoekers.

De studie “Beeldvorming van spieren als potentiële biomarker van ontzenuwing in motorisch-neurologische ziekten” verscheen in de “Journal of Neurology, Neurosurgery & Psychiatry”.

Twee sleutelaspecten om nieuwe en efficiënte therapieën te ontwikkelen zijn; ten eerste: duidelijk begrijpen hoe een ziekte evolueert en ten tweede: accurate maatstaven ontdekken om het ziekteverloop op te volgen. Maar op gebied van motorisch-neurologische ziekten ontbreken objectieve maatstaven voor het ziekteverloop nog altijd.

Bij deze ziekten verliezen de patiënten zenuwcellen, motoneuronen genaamd , die hersensignalen uitsturen naar de spieren. Dit gaat gepaard met vochtverplaatsingen, onafhankelijk van de fysieke inspanningen van de patiënt, die kunnen opgespoord worden aan de hand van MRI beeldvormende technieken.

Een team van onderzoekers aan de Engelse universiteit van Sheffield onderzocht of MRI scans van spieren over het ganse lichaam kleine progressieve veranderingen bij patiënten met motoneurologische ziekten accuraat kunnen opsporen.

De studie rekruteerde 26 ALS-patiënten; 3 patiënten met progressieve spierafbraak en 22 gezonde vrijwilligers. Deelnemers ondergingen een MRI-scan en een standaard beoordeling van de spieren aan het begin van de studie, en vervolgens 4 tot 6 maanden na inschrijving aan de studie.

Bij aanvang hadden de patiënten reeds minder spierpotentieel en een geringer aantal zenuwcellen in de biceps en lage beenspieren dan het geval was bij de controle individuen. De MRI-evaluatie toonde ook aan dat de patiënten een verhoogde spier ontzenuwing vertoonden – wat betekent dat de koppeling tussen zenuw- en spiercellen verloren ging.

Systematisch werd een toenemend aantal MRI-signalen, indicatief voor spierontzenuwing, geassocieerd met een sterkere mate aan spierzwakte en aan lager spierpotentieel. Eigenaardig genoeg werden deze MRI scores in samenhang gebracht met achteruitgaand verloop van ziekte in de benen maar niet in de biceps.

In de follow-up analyse vertoonde de controlegroep geen opmerkelijke veranderingen in de MRI of spierfunctiescores. Maar de onderzoekers ontdekten wel een stijgende MRI score en ontzenuwingsindex bij patiënten met motoneurologische ziekten en een afgenomen lagere-beenspierkracht.

Over het algemeen geloven onderzoekers dat de MRI-evaluatie van lage-beenspieren relevante klinische informatie levert met betrekking tot voortschrijdende motoneurologische ziekten, en dat dit kan gebruikt worden als een objectief meetinstrument gedurende het ziekteverloop.

“MRI – scans van de spieren over het ganse lichaam bieden een nieuwe benadering bij de objectieve beoordeling van ontzenuwing over een beperkte tijdshorizon bij motorisch-neurologische ziekten en laat toe om patronen in het ziekteverloop te onderzoeken”, concludeerden de onderzoekers.

 

Vertaling: Anja

Bron: ALS News Today

Share