Intensief sporten en ALS

07-02-2004

In de Verenigde Staten wordt ALS ook wel Lou Gehrig's ziekte genoemd, naar een bekend baseball speler die in 1941 overleed aan deze ziekte. Naast Lou Gehrig zijn er nog verscheidene andere sportfiguren bekend die ALS ontwikkelden. Catfish Hunter was ook een baseball speler, Ezzard Charles was bokser, Jacob Javits, een Amerikaanse senator, was een verwoede tennisspeler, David Niven een competitieve zeiler, Stephen Hawking een roeier. Ook België kent enkele sportfiguren met ALS, waaronder de voetballers Roger Dierckx, Claude Bissot.

Recentelijk is in het Amerikaanse tijdschrift Neurology (2002, 59; 773-775) een studie gepubliceerd waarin men de mogelijke relatie tussen ALS en het intensief beoefenen van sport heeft nagegaan. Naast het beoefenen van sport heeft men bovendien ook rekening gehouden met het gewicht van de persoon voor hij of zij de ziekte kreeg.

Concreet vroegen de onderzoekers aan 279 personen met ALS en 152 personen die aan een andere neurologische ziekte lijden, of zij ooit intensief gesport hadden, of zij altijd al mager waren geweest, en wat hun gewicht en lengte was voor de ziekte zich manifesteerde.

De statistische analyses van deze gegevens toonden aan dat de kans op het ontwikkelen van ALS 1.7 keer groter was voor mensen die ooit intensief gesport hadden dan voor de mensen die dit niet hadden gedaan, en 2.2 keer groter was bij mensen die zeiden dat zij altijd al mager waren geweest dan bij hen die beweerden nooit echt mager geweest te zijn.

Deze resultaten tonen dus een verband aan tussen het intensief beoefenen van sport, het gewicht en het ontwikkelen van ALS. Hoe dit verband moet worden ge?nterpreteerd is echter niet duidelijk. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat je, door intensief te sporten, vaker dan anderen in contact komt met toxische stoffen in de lucht of dat deze toxische stoffen veel sneller geabsorbeerd worden dan bij mensen die hun lichaam niet zo intensief trainen. Aan de andere kant zou het ook kunnen dat mager en atletisch zijn, uitingen zijn van een genetische kwetsbaarheid voor ALS en dus niet de oorzaak zijn van deze ziekte maar er eerder mee samenhangen. Bovendien zou het ook kunnen dat overgewicht eerder een kenmerk is van de personen die lijden aan één van de andere neurologische ziekten waarmee de personen met ALS vergeleken zijn. Vanuit dit oogpunt kun je de resultaten dan ook andersom draaien: Mensen die beweren nooit mager geweest te zijn, hebben dan 2.2 keer meer de kans om één van de andere neurologische ziekten te ontwikkelen dan mensen die altijd mager geweest zijn. Men moet met andere woorden dus voorzichtig zijn met een oorzakelijke interpretatie van deze resultaten. En, zoals de onderzoekers zelf aangeven op het einde van hun artikel: deze bevindingen verklaren nog niet waarom duizenden en duizenden andere magere atleten nooit ALS ontwikkelden.

Het spreekt voor zich dat deze studie in Amerika veel media-aandacht getrokken heeft. Een aantal mensen, die werkzaam zijn in de Amerikaanse ALS-liga, hebben hier dan ook een reactie op gegeven. Dokter Catherine Lomen-Hoerth, die onderzoek naar ALS verricht aan de universiteit van San Francisco, verklaart dat, ongeacht de bevindingen van de onderzoekers, het belangrijk is om te blijven bewegen en niet te vrezen dat sporten de kans op het ontwikkelen van ALS noodzakelijk verhoogt. Ander ziekten, zoals hartkwalen en beroertes bijvoorbeeld, komen immers veel frequenter voor en kunnen voorkomen worden door regelmatig te bewegen. De directrice van de wetenschapsafdeling van de ALS-liga in Amerika, dr. Lucie Bruijn, voegt hieraan toe dat we moeten erkennen dat een combinatie van omgevingsfactoren, zoals misschien intensieve sportbeoefening, en genetische factoren, die de kwetsbaarheid van de persoon bepalen, verantwoordelijk is voor het ontstaan van ALS.

Bronnen:

In the News: Drug/Clinical News: www.alsa.org/

Scarmaes, N., Shih, T., Stern, Y., Ottman, R., & Rowland, L.P. (2002). Premorbid weight, body mass, and varsity athletics in ALS. Neurology, 59, 773-775.

Share