Motor neuron ziekte: een potentiële plasma biomerker voor de progressie van Amyotrofische Laterale Sclerose

04-01-2014

Abstract
Een ELISA-studie heeft aangetoond dat plasma niveaus van antilichamen tegen het proteïne neurofilament (NF) met het ziektestadium van Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS) correleren. Verhoogde NF antilichaam niveaus werden waargenomen bij patiënten met ALS in vergelijking met gezonde controles.

 

Vertaling: ALS Liga: Anne

Bron: Nature

Immuniteitsreactie op neurofilament in het klinische stadium van ALS

Puentes F, J Topping, Kuhle J, van der étoile BJ, Douiri A, Giovannoni G, D Baker, Amor S, Malaspina A.

Samenvatting

ACHTERGROND
De detectie van het proteïne neurofilament (NF) als bijproduct van axonaal verlies is technisch ingewikkeld en gebeurt tot nu toe vooral door middel van lumbale puncties (CSF’s). Antilichamen tegen NF’s en met name tegen de lichte keten (NF-L) zouden een praktischere alternatieve marker kunnen zijn van het ziekteverloop bij Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS), een klinisch heterogene, neuromusculaire aandoening die in alle gevallen dodelijk is.

METHODE
We hebben een recombinant NF-L-proteïne gebruikt voor de ELISA-detectie van antilichamen tegen NF-proteïnen in plasmasamples van een goed gekarakteriseerde groep ALS-patiënten (n=73). Met behulp van een veelgebruikte functiemeting en een recent ontwikkelde classificatie van het ziekteverloop werd de groep patiënten gestratificeerd op basis van ziektestadium, de plek waar de symptomen zich als eerst openbaarden, overleving en snelheid van het ziekteverloop.

RESULTATEN
In het plasma van ALS-patiënten werden significant meer antilichamen tegen NF-proteïnen  aangetroffen dan bij gezonde proefpersonen (p<0,001). Bij patiënten in een gevorderd stadium van ALS (stadium IVA-B) werd in het plasma een hogere immunoreactiviteit tegen NF’s aangetroffen in vergelijk met eerdere stadia van de ziekte (p<0,05). Er was geen verschil in de hoeveelheid NF-antilichamen in het plasma tussen patiënten die waren behandeld met riluzole en onbehandelde patiënten, hoewel bij vroeg gediagnosticeerde personen die met riluzole waren behandeld en bij wie de symptomen zich vroeg hadden geopenbaard grotere hoeveelheden NFL-antilichamen werden aangetroffen dan bij onbehandelde patiënten met vergelijkbare eigenschappen.

CONCLUSIE
Immunoreactiviteit tegen NF-L-proteïnen  en gelijksoortige NF-proteïnen in het plasma zegt iets over het stadium van het ziekteverloop bij ALS. De bepaling van de hoeveelheid NF-antilichamen in het plasma kan worden toegevoegd aan de groeiende lijst met biomarkers van antigenen tegen ALS in het cytoskelet.

 

Vertaling: S. Janssen

Bron: PubMed

Share