Verhogen levenslange zware inspanningen het risico op ALS?

25-10-2021

MINNEAPOLIS – Er bestaat discussie over de vraag of intensieve fysieke activiteit een risicofactor vormt voor amyotrofische laterale sclerose (ALS). Volgens een nieuwe studie hangt dit af van het feit of die levenslange intensieve activiteit in de werksituatie of in de vrije tijd plaatsvindt. Het onderzoek verscheen in het nummer van 20 oktober 2021 van Neurology, het medisch tijdschrift van de American Academy of Neurology.
ALS is a zeldzame, progressieve neurodegeneratieve ziekte die de zenuwcellen in de hersenen en het ruggenmerg aantast. Mensen met ALS verliezen het vermogen spierbewegingen aan te sturen of te controleren. Dit leidt vaak tot verlamming en de dood. De gemiddelde overlevingsduur na de diagnose bedraagt twee tot vijf jaar.

“Het goede nieuws is dat onze resultaten nieuw bewijsmateriaal leveren voor de stelling dat fysieke activiteit buiten de werksfeer – zoals wandelen en fietsen – blijkbaar geen risico op ALS inhoudt”, zegt Angela Rosenbohm, auteur van de studie en MD, die verbonden is aan de Universiteit van Ulm University in Duitsland. “We stelden echter wel een verhoogd risico vast voor intense fysieke activiteit tijdens de werkuren, bijvoorbeeld bij landbouwers, staalarbeiders en metsers. We kunnen niet bewijzen dat dit soort fysieke activiteit een oorzaak is van ALS, maar het verband kan te wijten zijn aan repetitieve handelingen of aan andere factoren, zoals blootstelling aan chemicaliën of vervuiling.”
Bij de studie waren 393 mensen betrokken die in een recent verleden waren gediagnosticeerd met ALS, en 791 mensen van een gelijkaardige leeftijds- en geslachtsmix die geen ALS hebben.

De deelnemers vulden een vragenlijst in over het type en de hoeveelheid werk die ze verrichtten en hun vrije tijd op de leeftijden van 20, 30, 40, 50 en 60 jaar. De scores van de vragenlijst werden uitgedrukt in metabolische equivalenten (MET’s), een manier om het energieverbruik te kwantificeren. De deelnemers schatten de hoeveelheid en intensiteit van hun fysieke activiteit in tijdens het werk en in hun vrije tijd. Dit gebeurde in twee categorieën. De eerste categorie, waarbij je erg gaat zweten, behelst onder andere sport en hard labeur. Aan elk uur van deze intense activiteit kenden de onderzoekers acht MET’s toe. De tweede categorie omvat lichte activiteiten, zoals wandelen, recreatief fietsen. Daaraan kenden de onderzoekers drie MET’s toe. Ze berekenden het aantal MET-uren van fysieke activiteit per week per week voor alle deelnemers en dit zowel op het werk als in de vrije tijd.

De onderzoekers stelden vast dat de totale fysieke activiteit voor alle deelnemers aan de studie geen verband hield met een risico op ALS als er gekeken werd naar de activiteitsniveaus tot vijf jaar voor de start van de studie. Zowel de mensen met als zonder ALS hadden een gemiddeld totaal niveau van fysieke activiteit van 17 tot 18 MET-uren per week.

Ze stelden vast dat de mensen met ALS beduidend veel minder activiteit aan de dag legden in de vijf jaar voorafgaand aan de diagnose. Volgens Rosenbohm suggereert dit resultaat dat ALS mogelijk jaren voor de eerste uiterlijke symptomen start.

Ze stelden vast dat zware fysieke arbeid bijna twee keer zoveel risico op ALS inhoudt. Er was geen verhoogd risico voor mensen die lichte arbeid uitoefenden. In totaal 22% van de mensen met ALS verrichtte zware arbeid. Bij de anderen was dat 13%. De resultaten bleven dezelfde toen de onderzoekers andere factoren in rekening brachten die het risico kunnen beïnvloeden, zoals leeftijd, geslacht en rookgedrag. Rosenbohm stipt daarbij aan dat ALS uiterst zeldzaam is en dat mensen die hard labeur verrichten bijgevolg nog steeds weinig kans lopen de ziekte te krijgen.

De onderzoekers wierpen ook een blik op de overlevingskansen van mensen met ALS. Ze stelden vast dat diegenen die totaal geen activiteit aan de dag legden bij de start van de studie en diegenen met de hoogste activiteitsniveaus – zowat 25 MET-uren per week, of het equivalent van zowat vijf uur per week wandelen of fietsen – het minst lang leefden na hun diagnose met ALS. De gemiddelde overlevingsduur na diagnose bedroeg 15,4 maanden voor de inactieve groep en 19,3 maanden voor de groep met de hoogste activiteitsniveaus.

De onderzoekers stelden vast dat de hoogste gemiddelde overlevingsratio was gekoppeld aan 11 MET-uren per week. Dat is het equivalent van twee uur fietsen of wandelen per week. Mensen met ALS die gemiddeld die mate van fysieke activiteit aan de dag legden bij het begin van de studie leefden gemiddeld nog 29,8 maanden na de diagnose.

“Hoewel we vaststellen dat hogere activiteitenniveaus een negatieve impact kunnen hebben op de overlevingsratio van mensen die pas met ALS gediagnosticeerd zijn, geldt dit ook voor het ontbreken van elke activiteit”, zegt Rosenbohm. “We leren hieruit dat je het best mate houdt met de fysieke activiteit, ook na het intreden van de symptomen.”

Een minpunt van de studie is dat mensen zich het type en de intensiteit van hun fysieke activiteit in hun verschillende levensfases mogelijk slecht herinneren.

 

Vertaling: Bart De Becker
Bron: American Academy of Neurology

Share