Een nieuw screeningsinstrument kan cognitieve stoornissen identificeren bij patiënten met ALS, zowel binnen als buiten het vastgestelde FTD-spectrum.
Een nieuw screeningsinstrument genaamd de Complementary Cognitive ALS Screen (C-CAS) kan cognitieve stoornissen identificeren bij patiënten met amyotrofische laterale sclerose (ALS), zowel binnen als buiten het vastgestelde frontotemporale dementie spectrum (FTD), volgens een studie in het Journal of Neurology.
“Door middel van een cross-sectionele, prospectieve case-control studie met 314 controles en 184 ALS-patiënten, identificeerden we beperkingen in cognitieve functies die niet werden gedetecteerd door eerdere screeningsinstrumenten,” schreven corresponderend auteur Henk-Jan Westeneng, MD, en coauteurs van het UMC Utrecht Hersencentrum van het Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht, Nederland.
De C-CAS is ontworpen als aanvulling op de Edinburgh Cognitive and Behavioural ALS Screen (ECAS) en meet aan de hand van 12 items beperkingen in 6 domeinen: sociale cognitie, inhibitie, cognitieve flexibiliteit, visuoconstructie, incidenteel non-verbaal geheugen en lichaamsoriëntatie.
“De praktische online tool geeft C-CAS item-specifieke scores en som resultaten en classificeert ze als normaal of afwijkend op basis van normatieve gegevens verzameld in controle,” schreven de onderzoekers.
Het onderzoek testte de C-CAS met 314 controles uit een bevolkingsonderzoek en 184 patiënten met ALS. Onderzoekers stelden vast dat de C-CAS uitvoerbaar was en goed werd verdragen. De gemiddelde tijd om de C-CAS in te vullen lag tussen de 15 en 20 minuten.
C-CAS Plus ECAS maakt identificatie van verschillende ALS fenotypes mogelijk
Volgens het onderzoek presteerden patiënten met ALS op alle onderdelen slechter dan controles. Van de ALS-patiënten had 16% beperkingen in sociale cognitie, 14% had beperkingen in inhibitie en 12% had beperkingen in cognitieve flexibiliteit, die allemaal binnen het FTD-spectrum vallen. Overlap met EACS beperkingen was minimaal.
“Buiten het FTD spectrum werden stoornissen gevonden in visuoconstructie, incidenteel non-verbaal geheugen en lichaamsoriëntatie (elk 13%),” rapporteerden de onderzoekers, “met minimale overlap met ECAS geheugen of visuospatiële stoornissen.”
C-CAS som scores waren abnormaal, gedefinieerd als lager dan het 5e percentiel in controles, voor 24% van de patiënten met ALS, inclusief 15% van de patiënten met normale ECAS totaalscores. Ondertussen identificeerde de ECAS cognitieve stoornissen bij 5% van de patiënten met normale C-CAS totaalscores.
“Door de C-CAS naast de ECAS te gebruiken, kunnen we systematisch een groter deel van de cognitieve heterogeniteit bij ALS screenen, waardoor de identificatie van verschillende ALS fenotypen mogelijk wordt,” schreven de onderzoekers. “Deze gestandaardiseerde aanpak verbetert gepersonaliseerde patiëntenzorg en draagt bij aan stratificatie in klinische studies en de ontwikkeling van gerichte interventies.”
Vertaling: Ann Bracke
Bron: Physician’s Weekly