Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS) is een dodelijke zenuw-spierziekte die alle spiergroepen, met uitzondering van de autonoom aangestuurde spieren, kan aantasten. Een ALS-patiënt overlijdt gemiddeld 33 maand na de diagnose door verlamming van de ademhalings- of slikspieren. Er is echter een aanzienlijke spreiding in de uiteindelijke levensverwachting van ALS-patiënten.
ALS | sclerose van de buitenste zenuwbanen in het ruggenmerg samen met spieratrofie |
Atrofie | afsterven door gebrek aan prikkels |
Myo- | spier |
Amyotrofie | verlies van spierweefsel |
Lateraal | zijdelings, van de zijstrengen |
Sclerose | verharding |
ALS is een niet-besmettelijke aandoening waarvan de oorzaak nog niet met zekerheid is vastgesteld. Tot op vandaag is er geen afdoende behandeling of preventiemethode gekend. De gemiddelde overlevingsduur na diagnose en het specifieke verloop van de ziekte verschillen van patiënt tot patiënt, wat de prognose bemoeilijkt. Het is daarom belangrijk dat patiënten zich niet blind staren op gemiddelden. Waarom zouden zij niet de uitzondering kunnen zijn? Realistisch denken is natuurlijk wenselijk, maar doemdenken hoeft ook weer niet. Stress en vermoeidheid zijn helaas factoren die de ziekte sneller kunnen doen evolueren.
In 1862 gebruikte Jean-Marie Charcot voor het eerst de term “Amyotrofische Laterale Sclerose” om een aantasting van zowel het eerste als het tweede motorneuron aan te duiden. In 1874 gaf hij de eerste nauwkeurige observatie van het ziektebeeld ALS. In sommige landen noemt men ALS ook wel MND: motor (beweging), neuron (zenuwcel), disease (ziekte).
In de Verenigde Staten is de aandoening ook gekend als de “Lou Gehrig disease”, naar de naam van een legendarische baseballspeler die aan deze ziekte bezweek in 1941.