Primaire laterale sclerose en het spectrum van amyotrofische laterale sclerose en frontotemporale degeneratie

22-06-2018

Onderzoekers gingen na of primaire laterale sclerose (PLS) deel uitmaakt van het ziektespectrum van amyotrofische laterale sclerose en frontotemporale degeneratie (ALS–FTD). Eenentwintig patiënten met PLS werden grondig onderzocht en de resultaten werden vergeleken met die van patiënten die waren gediagnosticeerd met zuivere motorische ALS (n = 27) en ALS–FTD (n = 12). De onderzoekers rapporteerden dat het cognitieve profiel bij PLS lijkt op dat van ALS–FTD, behalve dan dat de gedragsbeperkingen niet prominent waren. De voorgelegde gegevens vertoonden een hogere in rust bepaalde motorische drempel bij PLS dan bij ALS en ALS–FTD, wat strookte met differentiële corticale motorneuronale abnormaliteiten en een ernstiger betrokkenheid van corticospinale axonen, terwijl de intracorticale remming met korte intervallen, die wijst op remmende interneuronale disfunctie, gelijkaardig was aan ALS en ALS–FTD. De mechanismen die ten grondslag liggen aan de trage ziektevoortgang waren waarschijnlijk verschillend bij PLS, maar toch ondersteunden deze bevindingen het idee dat PLS zich op het ALS–FTD-spectrum bevindt.

Samenvatting

Doel
Nagaan of primaire laterale sclerose (PLS) deel uitmaakt van het ziektespectrum van amyotrofische laterale sclerose en frontotemporale degeneratie (ALS–FTD).

Methodes
Eenentwintig patiënten met PLS werden onderworpen aan een grondig onderzoek en de resultaten werden vergeleken met die van patiënten die waren gediagnosticeerd met zuivere motorische ALS (n = 27) en ALS–FTD (n = 12). Klinische kenmerken, de scores van Addenbrooke’s Cognitive Examination (ACE, het cognitief onderzoek van Addenbrooke), de scores van Motor Neuron Disease Behaviour (Mind-B, motorneuronenziektegedrag), de motorische beperkingen zoals gemeten door de Gereviseerde ALS Functionele Meetschaal (ALSFRS) en de overlevingsduur werden in kaart gebracht. De gevoeligheid van de motorische schors werd geëvalueerd met behulp van transcraniale magnetische stimulatie (TMS).

Resultaten
De globale cognitie was aangetast bij PLS (gemiddelde totale ACE-score 82,5 ± 13,6), vergelijkbaar met ALS–FTD (gemiddelde totale ACE-score 76,3 ± 7,7, p > 0,05), terwijl de gedragsbeperkingen niet prominent waren. TMS onthulde dat de in rust bepaalde motorische drempel (resting motor threshold, RMT) gevoelig hoger lag bij PLS (75,5 ± 6,2) vergeleken met ALS–FTD (50,1 ± 7,2, p < 0,001) en ALS (62,3 ± 12,6, p = 0,046). De gemiddelde intracorticale remming met korte interval (average short-interval intracortical inhibition, SICI) was gelijkaardig bij de drie patiëntengroepen. De gemiddelde overlevingsduur was het langst bij PLS (217,4 ± 22,4 maanden) en het kortst bij ALS–FTD (38,5 ± 4,5 maanden, p = 0,002). Ziekte met bulbaire aanvang (β = − 0,45, p = 0,007) en RMT (β = 0,54, p = 0,001) waren onafhankelijke voorspellers van de globale cognitie, terwijl de motorische scores (β = 0,47, p = 0,036) en SICI (β = 0,58, p = 0,006) beduidend waren geassocieerd met ALSFRS.

Besluit
Het cognitieve profiel bij PLS lijkt op dat van ALS–FTD, zonder prominente gedragsstoornissen. Een hogere RMT bij PLS dan bij ALS en ALS–FTD strookt met differentiële corticale motorneuronale abnormaliteiten en ernstiger betrokkenheid van corticospinale axonen, terwijl SICI, die wijst op remmende interneuronale disfunctie vergelijkbaar was met ALS en ALS–FTD. Over het algemeen kunnen we stellen dat deze bevindingen de notie ondersteunen dat PLS op het ALS–FTD-spectrum ligt, terwijl de mechanismen die ten grondslag liggen aan de trage ziektevoortgang waarschijnlijk verschillend zijn bij PLS.

 

Vertaling: Bart De Becker

Bron: Journal of Neurology

Share