Sterk nocebo-effect bij ALS-onderzoeken maskeert mogelijk de conclusies

04-10-2018

Gerapporteerd in The Lancet Neurology, door Albert Ludolph en zijn collega’s.

Albert Ludolph en zijn collega’s voerden een gerandomiseerd, placebogecontroleerd onderzoek uit met rasagiline, bij wijze van aanvulling op riluzol voor de behandeling van amyotrofische laterale sclerose. We feliciteren de auteurs met hun niet aflatende inspanningen om betere farmacologische behandelingen te identificeren voor deze aandoening en we waarderen de veelbelovende positieve resultaten. We merken echter een groot aantal gevallen van bijwerkingen; in totaal 331 gevallen bij 251 deelnemers. Bovendien verschilde geen enkele van de gerapporteerde bijwerkingen significant bij een vergelijking van de rasagiline- met de placebogroep. Ludolph en zijn collega’s maken hieruit op dat rasagiline veilig is en dat de bijwerkingen vooral zijn toe te schrijven aan de ziektevoortgang. Wij vechten deze conclusie over de veiligheid aan en willen de notie onderbouwen dat gerandomiseerde, gecontroleerde onderzoeken niet het ideale studieontwerp zijn om besluiten over de veiligheid te trekken.

Een placebogroep wordt ingeschakeld in gerandomiseerde, gecontroleerde onderzoeken om het placebo-effect te controleren en de efficiëntie van een nieuwe behandeling accurater vast te stellen. Het is ook algemeen geweten dat een placebo ook geassocieerd kan zijn met negatieve effecten (het nocebo-effect). Er werd een sterk nocebo-effect gerapporteerd in ALS-onderzoeken die riluzol en edaravone evalueren, waarbij de verschillen tussen de studiegroepen qua bijwerkingen miniem waren. Om onbekende redenen lijkt het nocebo-effect sterker te zijn bij ALS-patiënten dan bij mensen die lijden aan andere neurologische aandoeningen.

Sommige bijwerkingen kunnen worden verklaard door ziektegerelateerde eigenschappen en door de ziektevoortgang, maar dat geldt niet voor alle bijwerkingen. Het blijkt namelijk dat valpartijen, hoofdpijn, depressie, duizeligheid en rugpijn 29% uitmaken van de bijwerkingen die werden gerapporteerd door Ludolph en collega’s en dat deze bijwerkingen tot de meest frequent gerapporteerde behoren in onderzoeken met rasagiline voor de ziekte van Parkinson. Bijgevolg kunnen de frequentie en het type van gerapporteerde bijwerkingen wijzen in de richting van een substantieel nocebo-effect.

We besluiten dat de negatieve verwachtingen van patiënten die verband houden met het zich voordoen van bijwerkingen hadden kunnen volstaan om het rapporteren van bijwerkingen te overlappen die rechtstreeks te wijten zijn aan het actiemechanisme van rasagiline. We formuleren de hypothese dat — net als bij omstandigheden waarin de aanwezigheid van een grote placebogerelateerde respons het aantonen van efficiëntie moeilijk maakt — een sterk nocebo-effect de interpretatie van het veiligheidsaspect in klinische onderzoeken kan aanvechten. We stellen voor dat rekening wordt gehouden met deze bedenkingen bij de kritische beoordeling van veiligheidsgegevens afkomstig van ALS-onderzoeken en bij het ontwerpen van toekomstige studies.

 

Vertaling: Bart De Becker

Bron: The Lancet Neurology

Share