Aanwijzing van retrovirus in bloed van ALS-patiënten
10-03-2005
Professor Roberta Friedman, Informatie-coördinator Onderzoeksdepartement ALSA
Samenvatting: Sporen van retrovirus gevonden in stalen van ALS-patienten laten onderzoekers onzeker over de rol van retrovirus in de ziekte.
Onderzoekers rapporteerden deze maand in " Neurology " dat bloedstalen verzameld van patiënten met Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS) aanwijzingen bevatten van een retroviraal enzym, vaker dan controles van stalen zonder de ziekte. De genen van het enzym, omgekeerde transcriptie, zou stilletjes in het menselijk genoom gedragen worden, nog veel meer werk is vereist om te bepalen of het virus zou geassocieërd kunnen worden met ALS.
De resultaten brengen opnieuw het idee dat ALS, tenminste in een aantal gevallen, kunnen gelinkt worden aan een virale infectie, een begrip dat periodiek verscheen wanneer het onderzoek zich concentreerde op het probleem. Wetenschappers hebben ook virale infectie in beschouwing genomen voor vele andere ongeregeldheden van het zenuwstelsel van Schizofrenie en Multiple Sclerose, alsook van ALS. Een concrete aanwijzing van virale infectie is nooit bewezen in deze ziektes.
In de "Neurology" uitgave van 8 Februari 2005, rapporteerden Britse onderzoekers waaronder Ammar Al-Chalabi, Phd in King’s College, Londen; Jeremy Garson, MD, Phd in de University College, Londen; en medewerkers uit de Verenigde Staten waaronder Robert Brown, Jr, MD, D. Phil en Merit Cudkowicz, MD in Massachusetts General Hospital, dat bloedserum van patiënten met ALS een enzym bevatten van een retrovirus, regelmatiger dan controles van stalen die niet-gerelateerd waren tot de patiënten. Ze vonden activiteit van het enzym, omgekeerde transcriptie, in 47 procent van serumstalen afgenomen van 30 Amerikaanse ALS-patiënten, en in 18 procent van de 28 controles.
De wetenschappers vonden bovendien dat 13 procent van de stalen, afgenomen van 16 echtgenoten(s), activiteit van omgekeerde transcriptie vertoonden. Bloedverwanten van de ALS-patiënten hadden ongeveer gelijkaardige resultaten van de enzym-activiteit, in 43% van de 14 stalen, als de patiënten zelf.
"De vondst van een vergelijkbaar verhoogde invloed bij bloedverwanten van ALS-patiënten verhogen de mogelijkheid dat de geobserveerde activiteit (viraal enzym) te wijten kunnen zijn aan een erfelijk, endogeen retrovirus", schreven de onderzoekers in hun rapport.
Als de aanwezigheid van de enzym-activiteit werkelijk een virale infectie weergeeft, zou de aanwijzing ook verwacht worden bij echtgenoten(s), schreven de onderzoekers, aangezien retrovirussen gemakkelijk doorgegeven worden bij seksuele gemeenschap.
De onderzoekers merkten op dat stukjes van retrovirus algemeen zijn in alle gewervelde genomen en waarschijnlijk ‘wijzen de resten op vroegere infecties door exogene retrovirussen.’ Een specifiek retrovirus dat in het genoom gedragen wordt, produceert bij muizen ‘een leeftijdsgebonden motorneuron ziekte met een opvallende gelijkenis tot ALS bij mensen.’
HIV kan neurologische symptomen veroorzaken bij mensen. Omdat vroeger was gebleken dat het poliovirus in staat was om het zenuwstelsel te infecteren en te beschadigen, stelden dokters zich de vraag of er een virus betrokken zou kunnen zijn bij ALS.
"Gedurende de laatste 30 jaar werden verschillende virale kandidaten voorgesteld, maar een concreet bewijs van een virale etiologie bleef zonder resultaat."
"We leggen aan patiënten uit dat de rol van darmvirussen bij ALS nog niet kan bewezen worden. Een rol voor retrovirussen is niet concludeerbaar, maar de (nieuwe) gegevens geven duidelijk aan dat verder onderzoek nodig is.
De ALS Associatie (ALSA) heeft het debat over een virale rol bij ALS erkend, en bezorgde fondsen aan een samenwerkingsstudie tussen de Centra voor Ziektecontrole en verschillende universiteitcentra die enige betrokkenheid met darmvirus niet konden bevestigen. Poliovirus, een darmvirus, infecteert motorneuronen en kan leiden tot een zwakkere conditie, het post-poliosyndroom genoemd, jaren na de aanvankelijke infectie. Het rapport van de samenwerking in de editie van "Neurology" van Mei 2004 toont aan dat er geen basis is voor de behandeling van ALS met anti-enterovirale medicijnen.
In een krantenartikel schrijven Wim Robberecht van het Universitair Ziekenhuis, Leuven; en Burk Jubelt van de SUNY Upstate Medical University in Syracuse, dat de gevonden enzym-activiteit mogelijks kan komen van een erfelijk retrovirus in het genoom, maar een andere factor is nodig om ziek te worden, aangezien bloedverwanten gelijkaardige resultaten van retrovirus vertonen, maar geen ALS hebben. De aanwezigheid van omgekeerde transcriptie-activiteit, gekoppeld aan een ander (nog onbekend) pathologisch verschijnsel, kan een belangrijke factor zijn.
"Deze studie-resultaten zijn interessant, maar mogen de patiënten niet aansporen om antivirale behandelingen te zoeken", besluiten Robberecht en Jubelt.