M. Zeffa Biver, de vrouw die Jacques Brel een blauwtje liet lopen

27-01-2007

Madeleine Zeffa Biver (1938-2007). De vrouw die Jacques Brel een blauwtje liet lopen.

Ze was de muze van de kunstenaarsscene in het Parijs van de jaren vijftig en inspireerde Jacques Brel tot een van zijn beroemdste liedjes. Vorige week pleegde de door de ALS-spierziekte aan een rolstoel gekluisterde Madeleine Biver zelfmoord, met assistentie van twee vrienden.

door Nica Broucke

De dag dat Madeleine Biver de jonge Jacques Brel vruchteloos in de regen liet wachten, werd door de zanger vereeuwigd in het liedje 'Madeleine'. 'Ce soir j'attendais Madeleine / Mais j'ai jeté mes lilas / Je les ai jetés comme toutes les semaines / Madeleine ne viendra pas'. Het liedje werd een evergreen, maar voor la belle Madeleine was het hoofdstuk Brel slechts een voetnoot in haar bewogen leven.

Madeleine Zeffa Biver werd in 1938 geboren in Parijs uit een Franse communist en een Joodse moeder. De enige herinnering aan haar ouders was het beeld van hun vermoorde lichamen. Zelf kon ze als zesjarig meisje ontsnappen uit de trein die haar naar een concentratiekamp bracht. "Ik weet nog altijd niet of ik werd weggevoerd omdat ik Joods of communistisch was", zei ze daarover.

Toen ze vijftien was, ontsnapte Biver opnieuw, ditmaal uit de kostschool waar ze als weeskind was geplaatst, en vluchtte ze recht in de armen van een Franse huurling. Ze trouwden en kregen twee kinderen. Vier jaar en een pak slaag later, vroeg ze de echtscheiding aan. Haar kinderen moest ze achterlaten.

Biver was negentien en bloedmooi toen ze haar leven als bohemienne in de bruisende lichtstad aanvatte. Naast haar werk als (lingerie)model, stortte ze zich met veel flair in de rokerige cafés en nachtclubs van Saint-Germain, blij met de bewonderende blikken en aandacht van artiesten als Brassens en Brel. "We waren jong, vrij en zorgeloos", zei ze. "Met drie gingen we een bar binnen en met twintig kwamen we weer buiten." Biver vergezelde haar vrienden vaak tijdens hun optredens, maar meer dan eens liet ze Brel tevergeefs op haar wachten.

Enkele jaren later volgde ze haar Spaanse vriend naar Alicante, waar ze een Frans restaurant openhielden. De overgang van grootstad naar provincie verliep niet ongemerkt. Biver werd ooit gearresteerd omdat haar minirokje té kort werd bevonden. Het koppel trouwde onder druk, want ongehuwd samenwonen was in het katholieke Spanje van Franco strafbaar. Ze kregen een zoon en haalden een boa constrictor en een aapje in huis. De zaak draaide goed en ze leefden lang en gelukkig.

Tot in 1985, het jaar dat Bivers man kanker kreeg en stierf. De wroeging dat ze niet was ingegaan op zijn verzoek hem uit zijn lijden te verlossen en de sondes en buisjes die hem in leven hielden los te maken, bleef haar achtervolgen. Toen ze in 2003 te horen kreeg dat ze aan de ongeneeslijke spierziekte ALS leed, was ze vastbesloten het ogenblik van haar dood zelf te kiezen. Ze werd lid van Derecho a Morir Dignamente, een pro-euthanasiebeweging. De ziekte deed haar in een rolstoel belanden en maakte zich geleidelijk meester van haar lichaam. "Mijn lijf voelt aan als slapgekookte spaghetti", zei ze.

Tien dagen geleden richtte Biver een brief aan de Spaanse krant El País, waarin ze opriep haar keuze voor euthanasie te respecteren. "Ik wil met opgeheven hoofd sterven, terwijl ik kusjes blaas naar degenen die me geholpen hebben met liefde en woorden. Dit is geen misdaad. Dit is geen moord."

Nog voor de brief gepubliceerd werd, nodigde ze twee vrienden van Derecho a Morir Dignamente thuis uit, bood hen een glaasje cava aan en vroeg enkele drupjes van haar favoriete parfum Opium op haar hals te spuiten. Daarna stief ze, met opgeheven hoofd. Madeleine ne viendra plus.

Zoon Domingo Biver heeft klacht ingediend bij Justitie. Hij eist een onderzoek naar zijn moeders overlijden en wil dat degenen die haar assisteerden bij haar zelfmoord worden vervolgd. Euthanasie is in Spanje strafbaar met tien jaar gevangenisstraf.

Madeleine Biver leed aan de dodelijke spierziekte ALS.

Bron: De Morgen

Share