Maandelijkse onderzoekssamenvatting voor november 2005
08-12-2005
Roberta Friedman Informatiecoördinator Onderzoeksafdeling ALSA
Nieuwe Genveranderingen Verbonden Met ALS
Nieuwe informatie over genveranderingen bij mensen met ALS werd deze maand gemeld in het vakblad " the Annals of Neurology ". Dr. Anne-Dort Sperfeld en haar medewerkers aan de Universiteit van Giessen in Duitsland, publiceerden over een nieuwe verandering in het gen dat verantwoordelijk is voor een vroeg begin van ALS. De nieuwe mutatie in het ALS2 gen verscheen bij een patiënt in Turkije, en de verandering is ook aanwezig bij zijn onaangetaste familieleden, met name zijn twee broers en beide ouders. De progressie van de ziekte bij deze man verloopt sneller dan bij andere patiënten met deze tot op heden gemelde vorm van ALS.
Nog een andere mutatie werd in verband gebracht met ALS, in dit geval in een gen voor de proteïne dynactin dat betrokken is bij het transporteren van materiaal door de zenuwcellen.
Deze genverandering, in de p150 subeenheid van de proteïne, werd geïdentificeerd bij een familie waarvan sommige leden van de familie zowel ALS en Frontotemporale lobaire degeneratie hebben, dit werd gemeld door Dr. Albert Ludolph en zijn medewerkers van het Jewish Hospital in Berlijn. Verdere details zullen worden verstrekt op de ALS/MND vergadering die plaatsvindt in december in Dublin.
ALS2 Mutatie Veroorzaakt Subtiele Verandering in Muis
De mutatie verantwoordelijk voor een jeugdbegin versie van ALS is moeilijk te bestuderen in het laboratorium, aangezien de veranderingen in het gen die bij mensen door de ziekte wordt veroorzaakt, geen duidelijke resultaten in proefdieren geeft. NIH onderzoeker, professor Huaibin Cai en collega’s die samenwerken met professor Philip Wong en zijn medewerkers van het Johns Hopkins Institute publiceerden in het Journal of Neuroscience dat de mutatie in het ALS2 gen helemaal geen motorneuronen doodt maar hen meer vatbaarder maakt voor oxidatieve stress*.
*oxidatieve stress: Oxidatieve stress komt binnen de cel voor tijdens bepaalde infecties. Bij oxidatieve stress worden vrije radicalen geproduceerd die de cellen kunnen beschadigen. Antioxidanten gaan die beschadiging tegen. Voorbeelden van antioxidanten zijn: bepaalde vitamines, enzymen en aminozuren.
Componenten van de Weg Naar Celdood zijn Mogelijke Doelen voor ALS Therapie
Wat gebeurd er in de cellen dat de vernietiging door ALS veroorzaakt, wordt geopenbaard door studies van het proces van celdood van de in het laboratorium groeiende cellen die het mutant SOD1 enzym dragen, dat gelinkt wordt aan sommige vormen van familiale ALS.
De enzymen worden caspases genoemd, en elk draagt een nummer, met name 9, 3 en 8, en zij spelen een belangrijke rol in het bewerkstelligen van celdood in aanwezigheid van de mutant SOD1. De onderzoekers bevestigen het belang van deze bepaalde caspases in muizen met de mutatie.
Verschillende Berichten aan de Motorneuronen Veranderen in SOD1 Muizen
In de muis met een SOD1 mutatie die veel van de symptomen van ALS weergeeft, tonen de motorneuronen die sterven veranderingen in hun mogelijkheden om inkomende berichten te registreren. De motorneuronen verliezen de moleculen die hun bijstaan in het ontvangen van prikkelende berichten maar behouden diegene die bemiddelen in de remming van de motorneuronen. Deze moleculaire tekens stellen een verandering vast in de balans van de berichten die worden ontvangen in de tijd dat de symptomen aanwezig zijn in de muis op een leeftijd van 110 dagen.
Hersenreactie is Verschillend bij Sporadische en Familiale ALS
Onderzoekers hebben een verschil ontdekt in de hersenenreactie op een miniscule elektrische stroom die door de schedel werd gestuurd als test in functie van patiënten met een vorm van familiale ALS door een gekende mutatie in vergelijking tot patiënten met sporadische ALS die niet in de familie voorkomt. De reactie van de hersenen op de elektrostimulatie was vergelijkenderwijs sterker bij patiënten met sporadische ALS dan in de patiënten met een mutatie in het SOD1 gen. Een teken van remmende functie was minder nadrukkelijk aanwezig in de patiënten met sporadische ALS in vergelijking tot diegenen met erfelijke ALS.
Deze bijzondere mutatie die bestudeerd werd, veroorzaakt een langzaam vorderende vorm van ALS, en de onderzoekers geleid door professor Kerry Mills van Oxford and King’s College Hospital in Londen, vermoeden dat de corticale functie relatief bewaard blijft bij de patiënten met deze mutatie.
ALS Deel van een Spectrum van Storingen aan het Motorneuron
Zoals gemeld op de door ALSA gesponsorde workshop over frontotemporale lobaire degeneratie en ALS dat deze lente plaatsvond. De Canadese onderzoeker Dr. Ian Mackenzie van de University of British Columbia in Vancouver, veronderstelt dat ALS deel uitmaakt van een spectrum aan motorneuron schade. De weefselveranderingen van de gestoorde motorneuronen zijn abnormale massa’s van proteïne gekenmerkt door ubiquitin, een moleculair etiket dat de cel toestaat om materiaal behoorlijk weg te doen.
Gentherapie Biedt Bescherming aan in het Laboratorium Groeiende Motorneuronen
Dr. Nicholas Boulis en zijn collega’s van de Cleveland Clinic publiceerden een manier om de overleving van motorneuronen te verbeteren door het proces van geprogrammeerde celdood te onderbreken, het zogenaamde apoptosis. De onderzoekers ontwikkelden motorneuronen die groeiend in het laboratorium een overvloed veroorzaakten van een proteïne die reageert op het vervoerders glutamaat door de graad van apoptosis te onderdrukken. Deze motorneuronen waren bekwaam om zich tegen het effect van het glutamaat te verzetten, zodat het proces van apoptosis zich niet kon ontplooien. Natuurlijk overleefden meer van de motorneuronen de strijd tegen het glutamaat. De gentherapie, die het Bcl(X)L gen levert, zou een aanzet kunnen geven voor een nieuwe behandeling voor ALS, aldus de onderzoekers.
Hitte Shock Proteïne 70 Helpt Motorneuronen
Onderzoekers aan de Wake Forest University in North Carolina, onder leiding van professor Carolanne Milligan, bevestigen en beklemtonen het belang van een factor die cellen aanmaken wanneer ze onder druk staan om de overleving van motorneuronen te verzekeren. De Hitte Shock Proteïne 70 (Hsp70), helpt de motorneuronen in laboratoriumschaaltjes te overleven wanneer andere helpende moleculen worden ontnomen, maar ze helpt blijkbaar ook de spiercellen en de steunende astrocytes die de motorneuronen omringen. Het gebruik van deze factor om hulp te verstrekken aan de motorneuronen moet verder onderzocht worden om zijn potentieel te beoordelen. De door ALSA gefinancierde onderzoeken blijven de rol die Hsp70 en andere hitte shock proteïnen kunnen spelen verder onderzoeken .
Bron: www.alsa.org