'Antisense' behandeling verlengt het overleven bij ALS ratten

29-08-2006

In de ‘Journal of Clinical Investigation ’ hebben onderzoekers, geleid door Prof. Don Cleveland, geschreven dat een behandeling, gericht op een mutant proteïne, die verband houdt met sommige erfelijke vormen van ALS, het leven van ratten, die vele kenmerken van de ziekte vertonen, verlengt. De aanpak, die ‘antisense’ wordt genoemd, is gepland om in 2007 klinisch te worden getest bij ALS patiënten.

Door het direct inbrengen van het geneesmiddel in de ruggenmergvloeistof, die circuleert binnenin de hersenen, slaagden de onderzoekers erin de productie van mutant proteïne in de neuronen en de omgevende cellen te verminderen. Gelijkaardige resultaten werden behaald bij kleine en grote laboratoriumdieren. Bij bepaalde ratten, die vele aspecten vertonen van ALS, verlengde de ‘antisense’ behandeling eveneens de levensduur van de dieren.

De onderzoekers zijn het pad aan het effenen naar een therapeutische aanpak van ALS, waarbij een ‘antisense’ geneesmiddel geleverd wordt aan de specifieke cellen, die reageren op de giftigheid van de defecte proteïne. ‘Antisense’ belet de productie van die bedoelde proteïne. De onderzoekers willen het ‘antisense’ geneesmiddel, dat gemaakt wordt door Isis Pharmaceuticals, Inc., rechtstreeks inbrengen in de vloeistof rond het ruggenmerg, door gebruik te maken van een pomptechnologie, waarvan reeds werd aangetoond dat ze veilig is voor de mens.

De onderzoekers van het Ludwig Institute van de universiteit in San Diego, California, dat wordt gefinancierd door de ASLA, toonden aan dat ratten op de ‘antisense’ behandeling reageren door veel minder van de bedoelde proteïne te produceren. Het ‘antisense’ geneesmiddel belet op doeltreffende wijze de uitdrukking van genen, die de proteïne SOD1 coderen, de proteïne die muteert bij sommige erfelijke vormen van ALS, en die initieel werd ingebracht bij de ratten door genetische constructie teneinde een model te creëren voor onderzoek naar de ziekte. De ratten worden gekweekt om het dragen en uitdrukken van dit menselijk mutant gen verder te zetten.

Deze ratten vertonen meestal tekenen, die erg gelijken op menselijke ALS, en sterven rond de leeftijd van vier maanden (ratten leven meestal van een jaar tot achttien maanden). Ratten, die worden behandeld met ‘antisense’, gericht op SOD1 en direct en continu ingebracht in de hersenen door een pompje onder de huid vooraleer de symptomen optraden, overleefden de ziekte ongeveer een derde langer dan de ratten, die een placebo toegediend kregen. Dit langer overleven tijdens de symptomatische periode van hun ziekte was duidelijk, ondanks de artificieel grote hoeveelheden van mutant SOD1, dat door deze transgene ratten werd geproduceerd.

Voor het klinisch testen van ALS zouden, naar alle waarschijnlijkheid, patiënten worden gerekruteerd met de genverandering in SOD1, A4V genoemd, die verantwoordelijk is voor zowat de helft van de SOD1 mutaties in Noord-Amerika. Deze genverandering produceert een bijzonder agressieve vorm van de ziekte met de dood als gevolg, binnen het jaar na de diagnose

De onderzoekers noteerden in hun rapport dat, indien de ‘antisense’ aanpak werkt bij ALS, hij bewijzen zou aanbrengen van het principe voor verscheidene andere neurodegeneratieve aandoeningen, die ook vatbaar zouden kunnen zijn voor deze strategie, met inbegrip van de ziekte van Alzheimer.

Bron: www.alsa.org

Share