MND (Motor Neuron Disease) kan misschien in verband gebracht worden met de blootstelling aan pesticiden

08-04-2006

Australische onderzoekers hebben bewijsmateriaal gevonden dat een verband legt tussen MND en de blootstelling aan pesticiden. De ontdekking komt er na het bekijken van het DNA van personen met MND die verzameld werden in een nationale onderzoeksbank. De wetenschappers verzamelden het DNA van 900 mensen ( waarvan er 300 MND hebben ), zoekend naar genetische en milieuoorzaken van MND. Zij constateerden dat veel Australiërs met MND kunnen blootgesteld zijn aan herbiciden of pesticiden.

De wetenschappers geloven ook dat de personen met MND drager zijn van een gen dat hun vatbaar voor de ziekte maakt en ze hebben nu een manier gevonden om dat gen uit te schakelen.

Professor Roger Pamphlett van de Universiteit van Sydney zei, " Als we de gevoeligheid van het betrokken gen kennen dan zijn er nu echte kansen om het gen te veranderen bij mensen om die personen minder gevoelig te maken voor de agent en we in feite de ziekte kunnen omkeren."

De onderzoekers zijn van plan de DNA-bank te verdrievoudigen in de komende vijf jaar om hun bevindingen te staven. Dit onderzoek werd onlangs voorgesteld op de jaarlijkse vergadering van de Australian Neuroscience Society in Sydney.

Bron : www.als.ca

Aansluitend

April 5, 2006

Onderzoekers die werken bij Teepu Siddique, M.D., Northwertern University, Chicago, toonden aan dat het risico om A.L.S. te ontwikkelen geassocieerd kan worden met een zekere variant in de codering van de genen voor een groep enzymen die zenuwgas ontgiftiging en chemisch gelijkaardige pesticiden genaamd: organofosfaten. Deze verbinding legt uit waarom de veteranen van de Golf-oorlog die kontact hebben gehad een verdubbeling van het risico op ALS-ontwikkeling. Soldaten die tijdens die oorlog werkzaam waren zouden aan een hoge dosis van dergelijke chemiekali bloot gesteld zijn, speculeren de onderzoekers. Genetische variaties van het enzyme gecodeerd als paraoxonase gen-groep worden geassocieerd met een sterke neiging voor ALS, demonstreerden de onderzoekers.

Een ander onderzoeksteam geleid door Denise A. Figlewicz, Ph.D., University of Michigan, Ann Arbor, and Andrzej Szczudlik, M.D., Ph.D. Jagiellonian University Krakow, Poland, rapporteerde eveneens gelijkaardige bevindingen op de paraoxonase (PON) genen en het risico op ALS. De genen voor deze drie groepen enzymen wijzen naar PON1, PON2, en PON3, welke samen gelokaliseerd zijn op chromosoom 7. De activiteit van PON1 en PON2 zijn veranderd door een poly-groep, of een verandering in de aminozuren toegeschreven aan bepaalde plaatsen in het enzyme. Een bepaald verschil vermeerderd eigenaardig het ontstaan van ALS bij praktisch iedereen, rapporteerden deze onderzoekers.

Vertaling: Kris Van Hespen en Joris Bruneel.

Share