Onderzoek naar ALS neemt een wending rond het neusgebied

19-11-2009

Onderzoek naar ALS heeft een nieuwe wending genomen: rond het neusgebied. Wetenschappers hebben altijd geweten dat astrocytes, hersencellen die een rol spelen bij de ziekte, moeilijk te bestuderen zijn omdat ze gevestigd zijn achter de hechte barrière die de hersenen omringd.

Nu zijn wetenschappers tot het besef gekomen dat deze cellen inderdaad gevonden kunnen worden diep in je neusgaten, in de brijerige massa tussen de hersenen en de neus, nasale olfactorische mucosa genoemd.

“Dit is een nieuw doelwit met betrekking tot cellen waar men zich in het verleden nog niet op gericht had”, zei neuroloog aan Hopkins en hoofdonderzoeker Jeffrey Rothstein, “Dit kan zeer belangrijk zijn voor de ontwikkeling van een therapie en medicijn”.

Rothstein is erg benieuwd om te onderzoeken hoe de verschillende behandelingen voor ALS effect hebben op de astrocytes in de hersenen. Door een lange bochtige endoscoop in iemands verdoofde neusgaten te brengen kan hij heel wat informatie verzamelen over de astrocytes die voor hem zeer lang verborgen waren. “Wij kunnen de reactie van de astrocyte bestuderen door in iemands neus te kijken”, zei hij.

Astrocytes zijn belangrijk volgens Rothstein omdat ze de chemische stof glutomaat elimineren in de hersenen. Onderzoekers vermoeden dat astrocytes hun werk niet naar behoren uitvoeren bij ALS patiënten omdat hersenen bij mensen met ALS een veel grotere hoeveelheid glutomaat bezitten dan bij normale hersenen.

“De astrocytes zuigen niet voldoende glutomaat op”, zei Rothstein. “Dan zal de glutomaat zich rond de neuronen nestelen zodat deze afsterven”.

De nieuwsgierigheid van Rothstein rond de nasale alfactorische mucosa werd 4 jaar geleden aangewakkerd toen hij een conferentie in Japan bijwoonde. Hij zag een presentatie die zijn collega Akira Sawa gaf over een cel die leeft in de nasale alfactorische mucosa. Rothstein dacht misschien dat de astrocytes die hij zocht zich op dezelfde plek bevonden. Vier jaar later krijgt Rothstein nog steeds duizelingen als hij praat over zijn nieuwe manier om astrocytes te bestuderen.

“Het gaat hier juist over een klein stukje weefsel. Het is niet meer dan de grootte van een booger (afgestorven nasale mucus)”, zei hij.

Het proces is heel eenvoudig, in tegenstelling tot de andere manieren om astrocytes te bereiken. De enige andere plekken waar astrocytes zich bevinden zijn het netvlies, de endeldarm en de hersenen zelf. Rothstein moest lachen bij de gedachte dat hij enkele vrijwilligers zou krijgen voor die rectale studies, verwijderen van hersenweefsel of van netvlies komt echter niet in vraag omdat geen enkel zichzelf kan herstellen.

Naast de toegankelijkheid van de neusholte is Rothstein ook opgewonden omdat dit een deel van de hersenen is dat terug aangroeit. Nu hij een solide basis heeft om te testen staat Rothstein te popelen om te kijken welk effect medicijnen hebben op astrocytes en hoe ze reageren. Hij baant zich een weg doorheen miljoenen chemicaliën om de juiste combinatie te vinden om ALS te bestrijden op dit moment maar is niet geïntimideerd door deze uitdaging. “We moeten betere geneesmiddelen maken”, zei hij.

Nu heeft Rothstein een hulpmiddel om dat te helpen verwezenlijken.

Vertaling: Jan Van der Veken

Bron: ALS Independence

Share