Christine Deneef: Vakantie in de Ardennen

← ga terug naar Getuigenissen pALS

Het is zeker 25 jaar geleden, mijn dochter had toen de leeftijd van haar tweeling nu, rond de drie jaar. Voor het eerst, vertrokken wij, ons gezin met een beperkte vriendenkring naar de Ardennen, om daar te gaan genieten van de herfstvakantie. Onze groep bestond uit een viertal koppels met elk 2 kinderen; wij waren van de generatie “één is te weinig, drie is teveel”. We logeerden in de houten chalets van de “village des vacances” in Vencimont, een dorpje niet ver van de stad Beauraing, beter bekent als het bedevaartsoord, waar ooit de vorige paus op bezoek kwam. Midden in de bossen en toch dicht genoeg om al eens bij de vrienden een mixer te gaan lenen (als je vergeten was die in je valies te stoppen). De kinderen hadden elkaar en de volwassenen konden ook goed opschieten. We hadden onze persoonlijke gids (de oudste van de band), die ons jarenlang de mooiste wandelingen liet beleven. In de beginperiode maakten we, tijdens onze herfstweek, altijd een dagwandeling. Auto’s werden op de eindbestemming gezet, een picknick werd klaargemaakt en we vertrokken vol goede moed aan onze kilometers! Liefst zo avontuurlijk mogelijk; door de bossen, over het water, door de weiden en onderweg een cafeetje om de dorst te laven. De Orval en de Rocheforts deden je terug op krachten komen. 

Het liep echter niet altijd zo gesmeerd, zeker niet met die verouderde stafkaarten. Het “verdwaalverhaal” wordt nog elk jaar eens opgerakeld; we zijn toen tot de late en donkere uurtjes blijven ronddwalen in de hoop een huis of wat licht te ontdekken (met de kleinsten in onze nek, ongerust en moe) En maar zingen met z’n allen om de kinderen vrolijk te houden. Al bij al weer een leuk verhaal dat we er aan overhielden Nog een item dat ieder jaar eens ter sprake komt, “De ladderwandeling”. Daar waren de kinderen verzot op! Het is de beruchte klim uit de Semois- vallei naar Rochehaut, de ‘promenade des échelles’, een wandeling die je vanuit het dal langs het water tot op een zekere hoogte bracht en de niveauverschillen werden door ladders opgevangen. Een leuke maar lastige klimpartij. Als ik het mij goed herinner, stond er aan het begin van de wandeling een waarschuwingsbord! Wij hebben ze meerdere malen met plezier uitgewandeld en het gaf steeds voldoening.

Ondertussen is de groep al heel wat uitgebreid: vrienden van vrienden, die al eens op bezoek kwamen en het dan wel zagen zitten om het volgend jaar ook een chalet te huren. Zo werd de groep steeds groter, we waren soms met dertig man.

De kinderen werden groter en brachten hun lief al eens mee of ze haakten gewoon af voor een tijdje.

Nu zijn zij er allemaal weer met hun eigen kinderen. Het doet me goed als ik zie dat zij er na al die jaren nog van genieten.

Het was niet alleen het wandelen, er waren ook de nevenactiviteiten. We hebben er barbecues gegeven, tartiflettes gemaakt, een wafelbak voor de kinderen, .. De laatste dag was traditioneel “de klutsendag”. We huurden een zaal om al onze oude foto’s en dia ‘s eens te bekijken … ‘Amaai, wat waren wij verandert doorheen de jaren. Die herinneringen zitten verankerd, je geraakt die nooit meer kwijt. Vorig jaar november kon ik nog alle wandelingen meemaken, dit jaar lag de situatie anders… In januari dit jaar kreeg ik te horen dat ik ALS had. De ziekte was ondertussen al meer dan een jaar bezig mijn rechterhand aan te tasten, namelijk krachtverlies in mijn duim en wijsvinger. Er werd van alles ondernomen: kiné in het begin, operatie carpel tunnel en uiteindelijk adviseerde de neurochirurg mij een operatie aan de nekwervels. De ironie van de zaak was dat hij vond dat ik anders te veel risico liep om volledig verlamd te geraken. Zes maanden later was er nog steeds geen verbetering in mijn hand en werd ik doorgestuurd naar Prof De Bleecker in Gent, waar uiteindelijk de juiste diagnose werd gesteld. Mijn toestand is ondertussen achteruit gegaan, ik heb nog weinig kracht in mijn rechterhand. Mijn linkerhand vertoont ook al krachtsvermindering en mijn rechtervoet laat het afweten om nog lange afstanden te stappen.

Daar zat ik mee: ‘wat moest ik in de Ardennen gaan doen, ik die van die lange wandelingen kon genieten’. Toch heb ik niet getwijfeld! Ik kon genieten van de kleinkinderen, van de vrienden en vooral, er werd mij een vervoermiddel aangeboden.

Danny en Mia deden mij het voorstel om een scootmobiel mee te nemen: zo kon ik daar makkelijker rondtoeren, niet tot diep in de bossen zoals vroeger, maar wel op het domein wat “crossen”, met de tweeling voorop of eens tot aan het dorp. Een koffietje of een Leffe gaan drinken bij Chantal, in ’t cafeetje van Vencimont.

Het bizarre van het verhaal: op een avond kom ik binnen bij Chantal. Ze vertelt me dat er vooraan in het café een vriendin zit van haar, in een rolwagen. Ze lijdt aan ALS. Ik heb die avond kennis gemaakt met Brigitte Schockaert uit Luik, een korte ontmoeting met niet zoveel woorden. We hebben elkaars handen genomen en ik voelde dat het veel betekende voor haar en voor mij. In Januari vertrekt ze op reis naar Mexico met haar vrienden; ik wens haar heel veel reisgenot.

Terwijl ik mijn valiezen aan het inpakken was om huiswaarts te keren, heb ik dikwijls gedacht ‘dit wordt waarschijnlijk de laatste keer’. Als ik definitief in een rolwagen zit, kan ik deze chalet niet meer in. Toch hebben we al gereserveerd voor volgend jaar, we zien wel. Hoop doet leven!

 

Bron: Nieuwsbrief 146 – oktober, november, december 2009

Vakantie in de Ardennen deel 2

Zoals beloofd, begin ik aan mijn tweede relaas (vervolg op een artikel uit nr 146 okt-nov-dec 2009) over mijn herfstvakantie in Vencimont. Vorig jaar had ik met schrik in het hart mijn koffers gepakt om huiswaarts te keren. Het spookte door mijn hoofd.” Dit wordt waarschijnlijk mijn laatste keer. Als ik definitief in een rolstoel zit, kan ik deze chalet niet meer in en dit na 27 jaar ononderbroken verblijf”.

Hoop doet leven, maar was het alleen hoop die geholpen heeft, of was het de evolutie van mijn ziekte, het tempo van achteruitgang, die daarover beslist heeft.

We gingen al vooraf eens een kijkje nemen. Wij wisten uit ervaring dat het ligbad van klein formaat was. De vraag of het zou lukken om mijn badlift daarin te plaatsen was voor mij héél belangrijk, geen badlift, geen vakantie, het moest toch aangenaam blijven. Het was dan ook een hele opluchting toen mijn man uit de chalet kwam met de melding dat alles in orde kwam. (het werd wel niet helemaal comfortabel maar met de benen zo veel mogelijk opgetrokken kon de lift toch op en neer.) We gingen die dag naar het café bij Chantal voor een lekker wildmenu Wij werden er als jaarlijkse habitués hartelijk verwelkomd. Zij bezorgde mij onmiddellijk een kiné en een verpleegster voor mijn vakantieweek. Dus het stond vast ik kon opnieuw vertrekken.

Ik was er weer samen met mijn man, mijn dochter en schoonzoon, de kleinkinderen en de vrienden. Zonder elektrische rolstoel, maar wel met mijn rollator, badlift, comfortabele plooizetel, toiletverhoger en mijn manuele rolwagen. Een hele verhuis. Een hele aanhangwagen vol. Gelukkig kon ik daarvoor rekenen op de goodwill van vrienden.

's Morgens kwam de tweeling (mijn kleindochters) dagelijks even binnenwippen, niet voor lang want ze wilden o zo graag nog eens naar de andere chaletjes gaan zien, voor hen was dat feest, al die kinderen, al die aandacht en overal snoepjes krijgen en buiten spelen zonder enige remming… en OMA GENOOT mee.

De vrienden kwamen af en toe eens babbelen of ze kwamen mij halen om eens het domein rond te rijden en naar de spelende kinderen te kijken, die Halloween aan het voorbereiden waren. IK GENOOT.

Ik had dit jaar opnieuw een afspraak met Brigitte, ook een ALS-patiënte, die ik vorig jaar bij Chantal had leren kennen. Wij hebben veel gepraat, veel informatie uitgewisseld ook wel eens samen gesnotterd, maar dat moet kunnen. Wie kan het beter aanvoelen dan lotgenoten. We hebben onze mailadressen uitgewisseld en zijn al aan de chat geraakt. IK HEB ER VAN GENOTEN.

Na de wandelingen kwamen ze me ophalen om een glaasje te drinken in ’t café, in gezelschap smaakt dat kleine Leffeke (25cl, meer kan ik niet meer aan) nog beter. IK GENOOT.

Tijdens één van mijn cafébezoeken kwam een vriendin haar schoonzoon bij mij zitten en stelde mij de volgende vraag:” Ik wil een date met u, ik kan heel goed met rolstoelen rijden (hij werkt in de handicaptenzorg) en ik wil een lange wandeling met je maken. Zoiets klinkt als muziek in je oren, nog eens langs de bossen, die wijdse zichten kunnen bekijken, heuvel op heuvel af…”maar zal dat niet te veel inspanning voor je zijn?” Onze date zou niet intiem worden, we gingen iedereen vragen of ze meegingen. Iemand zou met de mountainbike een mooi, maar haalbaar parcours gaan verkennen.

We vertrokken 14u stipt met een achttal wagens naar Croix Scaille. Het was de bedoeling dat enkele wagens naar het eindpunt reden, om daarna bij de eindbestemming makkelijk terug te kunnen keren. De kinderen kregen de opdracht om het aantal deelnemers te tellen tijdens de wandeling. Unaniem werd het antwoord, 34, we waren er allemaal. IK HEB ERVAN GENOTEN.

Maarten heeft het gepresteerd om gans de wandeling uit te rijden, zomaar 6 km in totaal, een route met toch wat niveauverschil. Het idee kwam van zijn dochter Louise. Men heeft bij haar op jonge leeftijd kinderreuma ontdekt. Op een middag deed ik mijn kleinzoon naar school, (dat lukte toen nog met de wagen) ik zag Louise haar mama, stapte op haar af om te weten hoe het met haar dochter was. Op dat ogenblik nam zij de rolstoel uit de wagen, Louise kon toen maar sporadisch de lessen volgen, pijn en vermoeidheid waren de boosdoeners. Ik kon moeilijk mijn emoties verbergen en dat had Louise ook gemerkt. Zij besefte wat die rolstoel ook voor mij betekende. Nu gaat het goed met haar, zij maakt deel uit van een experiment en het medicijn slaat aan. Zij speelt terug als vroeger, gaat naar school en heeft de hele wandeling uitgestapt. IK HEB ERVAN GENOTEN.IK BEN ZE HEEL DANKBAAR.

Koffers heb ik niet gepakt dit jaar, daar heeft mijn dochter voor gezorgd, de wagen in- en uitladen daar stond mijn man alleen voor. Mij lukt het niet meer, mijn handen en mijn rechterbeen laten het stilaan afweten. Volgend jaar kan ik niet meer naar de chalet, dat is zeker. Mijn elektrische rolwagen wacht thuis op mij; maar Chantal kwam met een oplossing voor eventueel volgend jaar, een huis in het dorp waar het ideaal verblijven is met een rolwagen; alles gelijkvloers…

Ik kwam vermoeid thuis, maar dat had ik er graag voor over. We zien wel wat het volgend jaar wordt.

- Christine Deneef

 

Bron: Nieuwsbrief 151 – januari, februari, maart 2011

Share