C2 De biomarker challenge: wat is het en zijn we al zo ver?

27-11-2019

PRESENTATIES ALS SYMPOSIUM PERTH DECEMBER ‘19

Sessie 1 Gezamenlijke openingssessie

Martin Turner Nuffield, Afdeling ‘Clinical Neurosciences’, University of Oxford, Oxford, VK

Achtergrond: ALS is geen eenduidige ziekte, maar eerder een klinisch syndroom dat een patroon van neurale netwerkveranderingen omvat die voortvloeien uit een aantal stroomopwaartse verstoringen op moleculair en cellulair vlak. De meerstappenprocedure lijkt in minstens 10% van de gevallen sterk beïnvloed door één bepaalde genvariant. Voor de overgrote meerderheid speelt er echter een meer complexe mengeling mee van genetische - en omgevingsfactoren.

Ondanks de unieke en catastrofale fysieke gevolgen van ALS, is het moeilijk gebleken de significante variatie in ziekteactiviteit bij patiënten te kwantificeren. Door het gebrek aan biomarkers is de ontwikkeling van een therapie voor ALS immers niet uitgemond in een onderzoeksmodel zoals datgene wat erg succesvol was bij kankeronderzoek. In plaats daarvan wordt er voor ALS-onderzoeken gebruikgemaakt van duidelijk meetbare uitkomsten, zoals overleving of de afname van een subjectieve invaliditeitsgraad. Voor deze laatste zijn 12-18 maanden onderzoek vereist om het al dan niet slagen van een kandidaat-geneesmiddel op betrouwbare wijze te kunnen bepalen.

Een biochemische test of scan voor motorische systeemactiviteit of het neerwaartse verlies van neuromusculaire integriteit, kan snellere beslissingen mogelijk maken over het al dan niet voortzetten van een bepaald geneesmiddel, dan wel over de overschakeling naar een nieuw kandidaat-geneesmiddel. Biomerkers die het specifieke patroon van de ontwikkeling van ALS bij een persoon weergeven, zouden toelaten om studiegroepen en analyses efficiënter vorm te geven. Een specifieke biomarker kan ook zorgen voor een vroegere diagnose bij mensen met langzamer progressieve vormen van ALS, zodat zij vaker geïncludeerd kunnen worden in studies.

Tien jaar aan globaal onderzoek naar biomarkers voor ALS door middel van geavanceerde neurologische beeldvormingtechnieken en neurofysiologische instrumenten heeft meerdere kandidaat-markers opgeleverd in bloed, ruggenmergvocht en urine. Voor de 10% ALS-gevallen die gelinkt zijn met enkele genvarianten is er een revolutie op komst in de strategieën voor precisietherapie. Dat heeft het bereik van de biomarkerontwikkeling verruimd en ervoor gezorgd dat de presymptomatische periode mee in acht werd genomen. Die doelgerichte aanpak kan mogelijk vernieuwende ‘compenserende’ maatregelen blootleggen die kunnen helpen de bredere risicopopulatie voor sporadische ALS te bepalen, in de hoop dat het optreden van de eerste symptomen uitgesteld en uiteindelijk voorkomen kan worden.

Waarschijnlijk zullen er nog studies volgen met geneesmiddelen die niet succesvol zijn voor ALS-patiënten. Het recente engagement van de internationale onderzoeksgemeenschap met betrekking tot het stelselmatig opnemen van opkomende biomerkers in alle klinische studies zal er echter voor zorgen dat we de oorzaken van negatieve resultaten beter begrijpen. Daaruit kunnen dan de nodige lessen getrokken worden voor de toekomst.

 

Vertaling: A. Engelen

Bron: Abstract Book symposium Perth

Share