‘Wetenschappers berichten té vroeg en té spectaculair’

19-05-2015

Collega’s roepen elkaar tot de orde

Van onze redactrice Maxie Eckert

Een wondermiddel, een doorbraak, een gekraakte code: kranten en websites schuwen de grote woorden niet bij nieuws over gezond­heid. Een groep wetenschappers van de KU Leuven vraagt nu om een gematigder toon – van journalisten én van hun collega’s.

 

‘De universiteiten bieden met hun persberichten ­tegen elkaar op’ 

 

‘Als je de media zou geloven, was alzheimer al vier keer de wereld uit geholpen en waren er al tien behandelingen die kanker volledig genezen.’ Erik Schokkaert, professor economie aan de KU Leuven, is niet te spreken over de manier waarop onderzoek rond ziektes en voeding vaak de kranten haalt. Samen met dertien collega’s van andere faculteiten roept hij media, onderzoekers en medewerkers van de persdiensten op om voorzichtiger te communiceren.

Universiteiten zouden moeten wachten met het aankondigen van medische onderzoeksresultaten tot er echt een behandeling mogelijk is, om te vermijden dat ze verkeerde verwachtingen wekken, klinkt het zelfs in het persbericht van het ‘Metaforum’, een interdisciplinaire denktank aan de KU Leuven.

In plaats van opgeblazen krantenkoppen dan maar helemaal geen berichten over wat onderzoekers in hun laboratoria uitspoken? ‘Het is misschien iets te sterk geformuleerd’, geeft Schokkaert toe. ‘Maar bij wetenschappers leeft wel het gevoel dat er té vroeg en té spectaculair wordt bericht over onderzoek. Dat is niet alleen de fout van de journalisten. De universiteiten zijn aan een opbod bezig, ze willen zich allemaal als een belangrijke onderzoeksinstelling profileren. De persberichten zijn navenant geformuleerd.’

In zekere zin beaamt Peter De Meyer, woordvoerder van de UAntwerpen, dat. ‘We willen als universiteit de allerbeste studenten aantrekken. Dat kan alleen als je communiceert over je wetenschappelijke prestaties. Los daarvan is het onze opdracht om te berichten over wat er met belastinggeld aan onderzoek wordt verricht.’

‘Veel studies zijn fundamenteel. Voor onze persberichten gaan we op zoek naar een kapstok in het echte leven – een toekomstige toepassing in het kankeronderzoek, bijvoorbeeld. Anders wordt het bericht zeker niet opgepikt. Al weten we dat we op die manier de deur openzetten voor spectaculaire krantenkoppen.’

Mediatraining

Volgens Marleen Finoulst, arts, hoofdredacteur van het magazine BodyTalk en medeoprichter van gezondheidenwetenschap.be, zijn vooral patiënten de dupe van zulke berichten. ‘Ik herinner me een patiënte met een zware aandoening. Op een studiedag getuigde ze dat ze niet meer naar de radio luistert, omdat ze de zogenaamde doorbraken in het onderzoek rond haar ziekte zo beu was.’

‘Volgens mij moeten wetenschappers meer communicatietraining volgen om hun onderzoeksresultaten juist te kaderen. En journalisten moeten voor wetenschappers kritischer worden, net zoals ze voor politici erg kritisch kunnen zijn.’

De mediatraining voor wetenschappers vinden ook Schokkaert en zijn collega’s in het Metaforum een goed idee. ‘Het is belangrijk dat onderzoekers leren om over hun onderzoek te vertellen, en dat ze een nieuw inzicht niet voorstellen als de ultieme waarheid. Wel als werk dat volop aan de gang is. Ook al horen de mensen dat misschien niet graag.’

Het volledige rapport van de KU Leuven over wetenschappelijke communicatie leest u hier.

Verwante artikels

17/03/2015 - Onderzoekers pleiten ook voor verbod op publieksreclame

Op de nieuwssite

Gisteren om 03:00 Als ze het zelf zeggen

 

Bron: De Standaard

Share