ALSA breidt stamcel project uit om ALS motorneuronen te typeren
13-03-2007
Roberta Friedman, Ph.D., Research Department Information Coordinator
[Korte samenvatting: Nieuwe fondsen voor een project geleid door de Harvard onderzoeker Tom Maniatis, Ph.D., zullen een bekrachtiging zijn voor doelgerichte onderzoeken naar genverschillen voor zenuwstelselcellen voortkomend uit stamcellen van muizen. Blijkbaar zijn ze in staat om het ALS ziekteproces te recreëren in laboratoriumschaaltjes. Hun aanpak zou exact moeten tonen welke moleculaire gebeurtenissen plaatsvinden met een precisie die onmogelijk is in andere aanpakken.]
De ALSA heeft vandaag aangekondigd dat er nieuwe fondsen toegekend worden aan een project geleid door de Harvard onderzoeker Tom Maniatis, Ph.D., wiens observaties van motorneuronen in laboratoriumschaaltjes een nieuw licht zouden kunnen werpen op wat er verkeerd gaat in het menselijk lichaam met ALS. De studies vergelijken de genetische, elektrische en chemische eigenschappen van motorneuronen voortkomend uit stamcellen van muizen. De nieuwe fondsen zullen een bekrachtiging zijn voor doelgerichte onderzoeken van genverschillen voor types van zenuwstelselcellen, voortkomend uit stamcellen van muizen, en blijkbaar in de mogelijkheid om het ALS ziekteproces te recreëren in laboratoriumschaaltjes.
Motorneuronen, die in het lab gekweekt worden met genetische instructies van muizen die ALS simuleren (en in de toekomst, menselijke patiënten), kunnen het ziekteproces misschien meer accuraat tonen dan enig ander huidig beschikbaar model van de ziekte. Motorneuronen zijn de cellen die reiken van de ruggengraat tot de spieren en zijn de cellen die afsterven in de ziekte.
De eerste stappen van het onderzoek vinden plaats met stamcellen van muizen mét en zónder de mutatie die erfelijke vormen van ALS teweegbrengt. De stamcellen worden opgewekt in het laboratoriumschaaltje waarin ze groeien om zo motorneuronen te vormen, of steunende cellen voor het zenuwstelsel, ook glia genoemd. De afgeleide motorneuronen en glia bevatten de genetische verandering die het afsterven van motorneuronen in de muis en in sommige mensen met ALS veroorzaakt.
Met een systeem van motorneuron gemengde weefselcultuur succesvol in plaats gebracht, zijn de onderzoekers nu in de mogelijkheid om systematische studies te starten van de eerste gebeurtenissen in ALS. Nieuwe studies met zogenaamde genvindende chips, zullen hopelijk dienen om de kloof te dichten in het begrijpen van welke genen verschillen in hun activiteit gedurende de ontwikkeling van ALS.
Voor genetische analyses, zullen de genchips, of microarrays, in kaart brengen welke genen bezig zijn met creëren van proteïnen in een cel die gehinderd wordt door de mutatie.
De subsidie is een onderdeel van het toelageprogramma dat de ALSA gebruikt om experten te rekruteren en vast te houden, die focussen op het vinden van effectieve therapieën voor de ziekte. Het project brengt collectieve expertise samen voor het plaatsen van nuclei van volwassen cellen in donor eicellen, alsook voor het sturen van stamcellen om motorneuronen en glia te worden. Medewerkers zijn onder andere de groepen van Thomas Jessel, Ph.D., van de Columbia University in New York, en Kevin Eggan, Ph.D., op Harvard. De teams zullen werken met motorneuronen die gegenereerd zijn uit stamcellen van muizen met de zogenaamde SOD1 mutatie. Deze muizen tonen een verandering in het gen voor de proteïne koper-zink superoxide dismutase, een mutatie die aanwezig is in sommige familiaire vormen van ALS.
Dit muismodel van de ziekte heeft een eerste stap geleverd tot het begrijpen van het ziekteproces, maar heeft nog geen therapeutische oplossing opgeleverd. Een meer accuraat en grootschaliger laboratoriummodel van de ziekte zal misschien in elkaar sluiten met de studies op de SOD1 muizen, om zo een precies therapeutisch doel voor ALS te onthullen. De kweek van cellen zal de onderzoekers toelaten om te vertellen welke cellen precies verantwoordelijk zijn, met een precisie die onmogelijk is in andere aanpakken voor het bekijken van genexpressies in een menselijke ziekte.
Bron: www.alsa.org
Vertaling: Joke Mulleners