Kunnen de Gold Coast Criteria voor ALS leiden tot meer deelnemers aan klinisch onderzoek?
16-08-2022
Patiënten met amyotrofische laterale sclerose (ALS) indelen volgens de Gold Coast Criteria (GCC) kan ertoe leiden dat meer patiënten deelnemen aan klinisch onderzoek, maar dat resulteert niet noodzakelijk in een homogenere studiepopulatie. Dat zegt een studie die verscheen in het Journal of Neurology, Neurosurgery, & Psychiatry.
ALS-patiënten vertonen heterogene symptomen en dat bemoeilijkt de ontwikkeling van geneesmiddelen. De meeste klinische studies naar ALS gebruiken de gereviseerde El Escorial Criteria (rEEC) om patiënten te stratificeren en te rekruteren. Deze studie ging na of het nuttig is patiënten te rekruteren aan de hand van de GCC.
De gegevens voor deze studie kwamen uit twee prospectieve, op een populatie gebaseerde registers uit Nederland en België. Deze data werden verzameld tussen 2006 en 2020. De patiënten werden geëvalueerd aan de hand van zowel de rEEC als de GCC en ondergebracht in één van de volgende categorieën: Feitelijke ALS, Waarschijnlijke ALS, Waarschijnlijke, door een laboratorium ondersteunde ALS, Mogelijke ALS, Gold Coast ALS, en niet-Gold Coast ALS. Gold Coast ALS werd gedefinieerd als het ontbreken van een dysfunctie van de bovenste motorneuronen gepaard aan progressieve lagere motorneurondysfunctie in twee of meer lichaamsgebieden. Niet-Gold Coast ALS werd gedefinieerd als uitsluitend een dysfunctie in de bovenste motorneuronen. Daarna werden de resultaten, de overlevingsduur en de voortgang volgens de Gereviseerde Functionele Meetschaal voor ALS (ALSFRS-R) vergeleken met de diagnostische categorieën.
De studiepopulatie bestond uit 5.957 patiënten van wie 98,4% voldeed aan de GCC en 90,0% aan de rEEC, onder wie 10,1% van de patiënten in de categorie Gold Coast ALS en 1,6% in de categorie niet-Gold Coast ALS.
Vergeleken met niet-Gold Coast, was er bij het Gold Coast ALS-cohort bijna uitsluitend sprake van een spinale aanvang, een lang diagnostisch uitstel, en ging het meestal om mannen. Het niet-Gold Coast ALS-cohort was dan weer jonger (iedereen P<,001).
Gestratificeerd volgens diagnostische categorie, bleek de afname van de maandelijkse ALSFRS-R-score het snelst bij de groep Feitelijke ALS (gemiddelde, -1,01 punten), gevolgd door Waarschijnlijke ALS (gemiddelde, -0.85 punten), Waarschijnlijke door een laboratorium ondersteunde ALS (gemiddelde, -0.86 punten), Mogelijke ALS (gemiddelde, -0,72 punten), Gold Coast ALS (gemiddelde, -0,48 punten), en niet-Gold Coast ALS (gemiddelde, -0,39 punten).
De diagnostische categorie hield sterk verband met de overlevingsduur (P <,001). De overlevingsduur na de diagnose was het kortst voor Feitelijke ALS (mediaan, 12,8 mo), gevolgd door Waarschijnlijke ALS (mediaan, 17,5 mo), Waarschijnlijke door een laboratorium ondersteunde ALS (mediaan, 19,4 mo), Mogelijke ALS (mediaan, 22,8 mo), Gold Coast ALS (mediaan, 34,7 mo), en niet-Gold Coast ALS (mediaan, 69,6 mo).
Binnen elke diagnostische categorie was er sprake van aanzienlijke variabiliteit tussen de patiënten onderling wat betreft de standaard afwijkingen op de ALSFRS-R (reikwijdte, 0,32-0,48), geforceerde vitale capaciteit (reikwijdte, 1,1-1,6), en het risico volgens het European Network for the Cure of ALS (reikwijdte, 1,4-2,3). Deze reikwijdtes bleken grotendeels te overlappen, wat wijst op een gebrek aan homogeniteit in de groepen.
De studie wordt wellicht beperkt door het complexe proces dat gepaard gaat met de toepassing van de rEEC en het feit dat de GCC retrospectief werd toegepast.
Deze gegevens wijzen erop dat het toepassen van de GCC ertoe leidde dat meer patiënten konden worden gerekruteerd voor een onderzoek en dat de progressie- en overlevingstrends aanzienlijk verschilden tussen de groepen onderling. Het is echter wel zo dat “gezien de grote variabiliteit per diagnostische categorie, de selectie van uitsluitend specifieke categorieën voor studie wellicht niet resulteert in een heterogenere studiepopulatie”, zo besluiten de onderzoekers.
Vertaling: Bart De Becker
Bron: NeurologyAdvisor