MIT ontwerpt een nieuwe wijze om cellen te laten samensmelten

02-03-2009

MIT-ingenieurs hebben een nieuwe, zeer efficiënte manier gevonden om het koppelen van cellen tot stand te brengen, zodat ze tenslotte één hybride cel vormen.

De nieuwe techniek zou het veel gemakkelijker moeten maken voor wetenschappers om te onderzoeken wat er gebeurt wanneer twee cellen bij elkaar worden gebracht. Bijvoorbeeld het samenbrengen van een volgroeide cel en een embryonale stamcel laat de studie van de genetische eigenschappen in dergelijke hybriden toe.

De onderzoekers, geleid door een samenwerking tussen Joel Voldman, universitair hoofddocent elektrotechniek en informatica, en Rudolf Jaenisch, hoogleraar biologie en een lid van het Whitehead Institute, brengen verslag uit over die nieuwe techniek in de online editie van 4 januari van "Nature Methods".

Het werk werd ondedr leiding van twee postdoctorale medewerkers uitgevoerd, Alison Skelly, die werkte in Voldman het lab, en Oktay Kirak, die werkt met Jaenisch. Skelley en Kirak zijn de hoofdauteurs van het Nature Methods artikel en Heikyung Suh, een technisch medewerker in het Whitehead Instituut is mede-auteur.

De eenvoudige maar ingenieuze organisatiemethode verhoogt de snelheid van succesvolle celfusie van ongeveer 10 procent naar 50 procent, en laat duizenden cel-paringen toe in een keer.

Hoewel celfusie-technieken al een lange tijd bestaan zijn er veel technische beperkingen, zegt Voldman. Het verkrijgen van de juiste cellen om te koppelen is een groot probleem. Bij het samenbrengen gebeurt het vaak dat twee soorten cellen, bijvoorbeeld A en B, eindigen als combinatie AA of BB; terwijl enkel de AB combinatie nuttig is voor verder onderzoek.

Onderzoekers hadden eerder cellen vanuit vloeistof geïsoleerd op uiterst kleine strookjes. Elk strookje kon slechts twee cellen bevatten, maar er was geen manier om te controleren of de strookjes een combinatie AA, BB of AB bevatten.

De werkwijze van Voldman en Jaenisch's is berust op een andere benadering. Cellen van één type (A) worden geïsoleerd uit vloeistof op strookjes die aan de ene zijde slecht groot genoeg zijn om één cel te bevatten. Door de vloeistof in de andere richting te laten stromen over de strookjes bereikt men het volgende. De reeds geïsoleerde cellen worden naar de andere (bredere) zijde van de strookjes verschoven, die 2 cellen bevatten een aantal cellen van het andere type (B) dat op die manier geïsoleerd kan worden ligt aanzienlijk hoger dan bij vorige gebruikte methodes. Zodra een strookje een A- en een B-cel bevat, kan de koppeling met behulp van de elektrische puls via de celmembranen, worden gerealiseerd. Het onderzoek naar stamcellen herprogrammering en de daarbij toegepaste techniek kan worden gebruikt om diverse interacties te bestuderen tussen andere types van cellen. "Het is een uitstekende techniek voor onderzoek" zegt Voldman.

Vertaling: Jos Sterken

Bron: ALS Independence

Share