Nieuwe Kandidaten voor ALS Therapeutiek Voorgesteld op Neurologiecongres
16-11-2005
Roberta Friedman, Informatiecoördinator Onderzoeksafdeling ALSA
13 November 2005
Wetenschappers openbaren verschillende veelbelovende nieuwe therapeutische strategieën voor ALS op de jaarlijkse vergadering van de Society of Neuroscience in Washington.
Nieuwe wegen kunnen misschien geopend worden door deze inleidende rapporten die tezelfdertijd bekend gemaakt worden, als blijkt dat een vroegere kandidaat ondoeltreffend is in het meest gebruikte preklinische model van de ziekte.
Een Duits biotechbedrijf stelde zijn bevindingen voor in een muismodel van ALS, verkregen door een bestaand supplement bij chemotherapie. Dr. Armin Schneider van Axaron Bioscience in Heidelberg, verklaarde dat een ondersteunende molecule, genaamd G-CSF, de motorprestaties van muizen die ALS modelleren kan verbeteren. De muizen drukken een gen uit van een mutantproteïne (SOD1), dat wordt gelinkt aan sommige vormen van erfelijke ALS. Zij werden geholpen door hun te behandelen met G-CSF, een stimulator van het immuunsysteem dat door dokters wordt gebruikt om het aantal witte bloedcellen te handhaven tijdens de behandeling van kanker. De onderzoekers toonden aan dat de muizen langer overleefden met de G-CSF behandeling. Gelijkaardige bevindingen in modellen van Parkinson, hebben het bedrijf ertoe aangezet om het beschermende potentieel van G-CSF verder te onderzoeken in verschillende neurologische storingen, voorbij zijn bewezen effect bij kanker.
Onderzoekers van Sanofi-Aventis in Frankrijk, rapporteerden dat een medicijn gelijkend op benzodiazepines, dat gebruikt wordt bij slapeloosheid en als kalmeringsmiddel, maar alleen actief is buiten de hersenen, schijnt te helpen bij een dierlijk model van ALS. Volgens professor Badia Ferzaz, verbeterde het medicijn de motorcapaciteit bij de SOD1 mutantmuizen en verlengde het de overleving, alhoewel het effect op overleving geen statistische betekenis bereikte.
Copaxone, een behandeling voor Multiple Sclerose die een mogelijk potentieel in ALS had getoond, is niet effectief bij een muismodel van ALS. Dat bleek uit de resultaten die werden voorgesteld door Natalie Perez, zij werkt samen met professor Jeffrey Rothstein van de Johns Hopkins University, in Baltimore. Het medicijn, ook glatiramer acetate genoemd, werd getest in SOD1 mutantmuizen. Verschillende dosissen en injectietijden werden getest, maar ze veroorzaakten geen effect op de overleving van de muizen. Het tijdstip van het ziektebegin veranderde ook niet door de Copaxonebehandeling.
Wetenschappers van het Wyeth Research in Princeton, toonden aan dat het neutraliseren van een molecule die de spiergroei vertraagt,opmerkelijke verhogingen veroorzaakt in lichaamsgewicht, spiermassa en greepsterkte bij transgene muizen en ratten die de SOD1 mutatie uitdrukken, in vergelijking tot ogenschijnlijke behandelde dieren gedurende vroegere stadia van hun ziekte. Het onderdrukken van de regelaar, myostatin genaamd, vertraagt de atrofie van de skeletachtige spier en vermindert het verlies van motorneuronen in het ruggenmerg. Er was geen effect op de algemene overleving, nochtans verscheen er een opmerkelijke daling van het verlies aan de diafragmaspier op het einde van het leven van de knaagdieren. Al deze bevindingen samen tonen aan de behandeling, die bestaat uit antilichamen dat de myostatin neutraliseert, de levenskwaliteit van patiënten met ALS kan verhogen.
Bron: www.alsa.org