Stamceltherapie

25-09-2004

Een gezonde omgeving in het ruggenmerg beschermt de zenuwcellen tegen ALS

Bij de meeste mensen met ALS is de ziekte niet erfelijk. Bij 5-10% komt de ziekte echter wel in de familie voor en spreekt men van zogenaamde familiaire ALS. Bij die mensen met familiaire ALS kan maar bij 20% een afwijking gevonden in het DNA. Het gaat om een mutatie in het gen voor superoxide dismutase (SOD1). Wanneer bij muizen dit verkeerde menselijke gen wordt ingebouwd, ontwikkelen ze een ziekte die sterk op ALS lijkt. Deze zogenaamde SOD-muizen worden dan ook gebruikt voor onderzoek naar de oorzaak en nieuwe behandeling van ALS. Een van de vragen die onderzoekers zich stellen is: waarom zit dat verkeerde gen in alle cellen in het lichaam, van de huidcellen tot de levercellen tot de zenuwcellen, en ontstaat er alleen schade aan de zenuwcellen in het ruggenmerg? Om deze vraag te beantwoorden werden al eerder muizen gemaakt die dat verkeerde DNA alleen in de zenuwcellen in het ruggenmerg meedroegen en niet in andere cellen in het lichaam. Dit bleek echter niet tot ALS te leiden! En ook wanneer muizen alleen het verkeerde DNA hadden zitten in de steuncellen die zich rondom de zenuwcellen in het ruggenmerg bevinden (astrocyten), werden de muizen niet ziek. Het leek er met andere woorden op dat de muizen zowel het verkeerde DNA in de astrocytren als in de zenuwcellen in het ruggenmerg moesten meedragen voordat ze ALS kregen.

Chimeren

Een Amerikaanse groep onderzoekers van de groep van Dr Cleveland uit La Jolla, Californie werd door deze bevinding op het idee gebracht om te onderzoeken wat er nu gebeurt wanneer een deel van het ruggenmerg, zowel astrocyten als zenuwcellen, het verkeerde DNA zou dragen en een ander deel niet. Gaan alle cellen kapot, blijven alle cellen het juist goed doen of sterft alleen het deel van het ruggenmerg af dat verkeerd DNA draagt? Er werden muizen gemaakt waar als een schaakbord-patroon een deel van de (ruggenmerg-)cellen het verkeerde menselijke SOD1-gen bij zich droeg en het andere deel niet (chimeren). Het bleek dat wanneer tot 70% van het ruggenmerg het verkeerde DNA bij zich droeg de zenuwcellen beschermd werden tegen afsterven door de overige gezonde 30% van het ruggenmerg. Bij minder dan 30% gezond ruggenmerg werd dit niet gezien maar bij meer natuurlijk wel. Een gezonde omgeving beschermt het ruggenmerg dus tegen de ongezonde invloeden die tot ALS leiden.

Stamceltherapie

Uit deze belangrijke bevindingen, gepubliceerd in het tijdschrift Science (2003 Oct 3;302(5642):113-117) kan geconcludeerd worden dat de oorzaak van de schade aan de zenuwcellen in het ruggenmerg die bij ALS optreedt niet alleen in de zenuwcellen zelf gezocht moet worden: de interactie tussen zenuwcellen en astrocyten in het ruggenmerg is blijkbaar van groot belang. Dit biedt mogelijkheden voor het ontwikkelen van medicijnen die gericht zijn op die interactie. Bovendien kan er echter geconcludeerd worden dat wanneer we de omgeving in het ruggenmerg gezond zouden maken, dit misschien het afsterven van zenuwcellen zou afremmen. Dat biedt perspectieven voor stamceltherapie. Bij stamceltherapie worden namelijk onvolgroeide cellen, die nog alle kanten kunnen uitgroeien, gestuurd om zich richting zenuwcellen te ontwikkelen zoals die ook in het ruggenmerg gevonden worden. Als die stamcellen vervolgens in het ruggenmerg gebracht zouden kunnen worden, dan zouden die gezonde zenuwcellen misschien ter plekke kunnen beschermen tegen de ALS-veroorzakende factoren. Dit is nu nog allemaal theorie. Dit soort experimenten zal eerst in ALS-muizen worden uitgevoerd voor het bij mensen wordt onderzocht. Tot op heden konden geen positieve resultaten van stamceltherapie worden aangetoond, maar bovenstaande resultaten zijn hoopvol voor een succesvolle ontwikkeling van stamceltherapie in de toekomst.

Bron: ALS-centrum Nederland

Share