Presentatie van Dr. Robin Lemmens

De zebravis als model voor ALS

Dr. Robin Lemmens, onderzoeker aan het Departement Neurowetenschappen (KU Leuven Gasthuisberg)
 

Net als Dr. Storkebaum startte hij met uitleg over ALS. Hij spitste zich eveneens op de familiale of erfelijke vorm van ALS, maar dan meer bepaald op het SOD1 gen dat bij 20% van de 10% familiale ALS voorkomt. In geval van sporadische ALS is het nog niet geweten wat de oorzaak is: omgeving, veroudering of genetica.

In de jaren 90 werd bij muizen het SOD1 gen ingebouwd. De transgene muis vertoonde symptomen die vergelijkbaar zijn als die bij de mens. Er zijn 2 mogelijke onderzoekspistes die kunnen worden gevolgd. Enerzijds trachten inzichten te verkrijgen in een bepaalde aandoening en dan de theorieën ontwikkelen. Zo dacht men dat ontstekingsremmers zouden helpen, maar dit was weinig bemoedigend. In andere gevallen gaat men eerst een medicament maken, waarvan men de werking niet juist kent. Indien dit helpt, wordt onderzocht waarom het werkte.

Maar om het onderzoek snel en minder duur te laten verlopen, is dr. Lemmens op zoek gegaan naar andere diersoorten die in aanmerking kunnen komen. Hij vond dat de zebravissen ideaal zijn omdat zij niet veel plaats innemen, zich snel voortplanten, minder kosten en gemakkelijk in onderhoud zijn. Daarenboven zijn zij vertebaat zoals de mens, gemakkelijk te injecteren, hun embryo’s zijn transparant, de bevruchting en de ontwikkeling gebeuren extern en per week heb je gemiddeld 250 embryo’s.

In zijn onderzoek zal hij gebruik maken van twee modellen van zebravissen:

• het SOD1 gen wordt ingebouwd in het erfelijk materiaal van de zebravis. Het geïnjecteerde materiaal bevat ook een fluorescent eiwit zodat met zekerheid is geweten dat het SOD1 daadwerkelijk in de cellen zit. Nadien wordt de transgene zebravis bestudeerd om na te gaan of hij een vergelijkbare ziekte ontwikkelt zoals bij de transgene muis. Het bewegingsgedrag wordt opgenomen door middel van een videotrack systeem en nadien geanalyseerd door een computer.

• modellen waar RNA van het SOD1 gen wordt geïnjecteerd, wat nadien wordt omgezet naar eiwit. Er wordt nagekeken of een grote hoeveelheid gemuteerd menselijk SOD1 schade kan aanrichten aan de motorische zenuwcellen. In deze modellen wordt de ontwikkeling van de motorische zenuwuitlopers van de zebravis embryo’s geëvalueerd. De zenuwuitlopers worden gekleurd met een fluorescerende merker en nadien gemeten en bekeken met een computerprogramma om na te gaan of zij normaal zijn of niet.

 

Dr. Lemmens zijn conclusies uit de onderzoeken die hij tot op heden verrichtte:

► Gezien de bevindingen in het tweede model waarin de injectie van gemuteerd SOD1 resulteerde in een verstoorde ontwikkeling van motorische zenuwuitlopers, lijkt de zebravis een uitstekend model om de ziekte ALS te bestuderen

► Door een grote hoeveelheid farmacologische stoffen te testen in dit model hoopt hij nieuwe medicamenten te vinden die werkzaam zijn in ALS. Hierbij wordt gezocht naar producten die het toxisch effect van SOD1 kunnen opheffen. Vervolgens zullen deze bevindingen getoetst worden in studies bij allereerst muizen en indien succesvol daarna bij ALS patiënten.

Share