Zieke cellen overspoelen met goede, bij dierenvoorbeelden, helpen de ademhaling te ondersteunen

02-03-2009

In een ziekte zoals ALS – die altijd fataal is en die een lang verleden heeft van wetenschappelijk onderzoek/weerstand biedende biologie – is het vinden van belangrijk bewijsmateriaal bij dierenvoorbeelden veelbetekenend.

Deze week melden John Hopkin’s wetenschappers dat het transplanteren van een nieuwe hoeveelheid weerstandbiedende cellen tot binnen de cellen bij ratvoorbeelden met deze ziekte, duidelijk belangrijke symptomen veranderen bij zenuwaftakelende ziektes in het algemeen en bij ALS in het bijzonder – namelijk vertraging van het zenuwcelverlies bij dieren én levensverlengend.

Deze nieuwe bevinding ondersteunt de hypothese dat kunstmatige, meer talrijke zieke cellen mèt gezonde cellen, op gerichte delen van het ruggenmerg, lidsterkte en ademhaling beschermen en de overlevingskans kan doen toenemen.

Een verslag van dit rapport verschijnt deze week “online” in Nature Neuroscience.

Twee delen van dit onderzoek zijn het meest interessant : Eén daarvan is dat de bestookte ruimte voor de toegevoegde cellen – delen van het cervicaal (hals, nek) ruggenmerg die de middenrifspieren kontroleren; grotendeels verantwoordelijk voor het ademen – de meest voordelige opstrijken. 47% méér motorische zenuwcellen overleefden dààr dan in de onbehandelde dierenmodellen.

Het onvermogen tot ademen door de zwakheid van het middenrif is de gebruikelijke doodsoorzaak bij ALS.

“Terwijl de toegevoegde cellen, in lange lijn, niet alle cellen van het middenrif konden redden, konden ze wel het zenuwvermogen tot functioneren in stand houden en het voorkomen van overlijden opmerkelijk verlengen“, zegt zenuwwetenschapper Nicholas Maragakis, M.D., een betrokken zenuwhoogleraar te John Hopkins, die het onderzoeksteam leidde.

“We richtten ons heel intensief op de motorische zenuwcellen in deze regio”, zegt hij “sinds we wisten dat, zoals bij ALS, de dood resulteert door aftakeling van het ademhalingsstelsel.”

Veelbetekenend ook is dat de getransplanteerde cellen, gliaal* beperkte voorlopers (GRP’s genoemd), een bekende zwakke plek aanpakken bij mensen met ALS en bij dierenvoorbeelden. Beide menselijke en dierlijke voorbeelden worden belemmerd in hun vermogen om de zenuwoverdrager ‘glutamaat’ (een aminozuur) weg te trekken. En overdadig glutamaat – gangbaar in ALS – overprikkelt de motorische zenuwen die de spierbeweging doet ontsteken, met de dood als gevolg. Dit gebeuren, excitotoxicity (uitlokken van toxiciteit) genoemd, wordt ook aangetroffen bij andere zenuw-ziektebeelden.

Dus op meer fundamenteel vlak, draagt de studie bij het principe beïnvloedend – bij levende dieren – dat excitotoxicity een belangrijk ongunstig gegeven is bij ALS en dat het vinden van meer effectieve manieren om dit te verhinderen of te verminderen het zenuwstelsel zou kunnen helpen beschermen.

In hun onderzoek, transplanteerde het team ongeveer 900,000 gliaal beperkte voorlopers, overal, naar kenmerkende locaties in het cervicaal ruggenmerg van elk rat-voorbeeld zich in een vroegtijdig stadium van de ziekte bevindend. De GRP’s die de wetenschappers gebruikten ontstonden uit wat men noemt astrocyte progenitor (moedercellen) cellen afkomstig van gezond rattenruggenmergweefsel. Volgend op transplantatie, transformeerden ze in volgroeide, gezonde astrocytes, in leven blijvend aan de zijde van zieke motorische zenuwcellen.

Astrocytes zijn de meest gewone cellen in het centrale zenuwstelsel. Studies in St. Hopkins en elders toonden hun cruciale rol aan om het CNS (centrale zenuwstelsel) in een gezonde balans te houden. Niet alleen zijn deze cellen bezaaid met transporterende moleculen die glutamaat (natriumzout, aminozuur) opruimen : zij onderhouden ook het juiste ion-niveau en de ondersteuning van de bouwstoffen der zenuwcellen.

De studie toonde aan dat tenminste één derde van de toegevoegde GRP’s “took root” = aansloegen na hun transplantatie. Na verloop van tijd bijna 90% van de GRP’s onderscheidden zich van elkaar tot astrocytes. Anders dan de eigen astrocytes van de rattenvoorbeelden, bleken de nieuwe in stand om gezond te blijken.

Geen enkel van de GRP’s beschadigden het ruggenmerg of gevormde tumoren – een probleem(zorg) bij sommige stamcelbehandelingen.

Transplantering van afwisselende GRP’s – degene die het team construeerden bij tekortschietende glutamaatoverbrengers – leverden geen enkele beschermende eigenschappen.

“Onze bevindingen tonen aan dat nieuwe aanvoer van astrocyte, door transplantatie zowel mogelijk als nuttig is,” verklaart Maragakis. “Deze bestookte celbezorging naar het cervicaal (hals, nek) ruggenmerg is een veelbelovende strategie tot het vertragen van het motorisch verlies der zenuwcellen. We hopen op dit vlak dat deze principes hun doel naar het ziekenhuis bereiken.

Eerder onderzoek door Amerikaanse wetenschappers veronderstellen dat, terwijl astrocytes afnemen bij de ziekte van ALS, zij niet de voornaamste reden zijn van de ziekte. Het idee is meer dat ze betrokken zijn bij hun vooruitgang. Studies tonen aan dat zieke astrocytes de motorische zenuwcellen meer vatbaar maken voor overlijden door excitotoxicity.

Vertaling: Agnes Bonnyns

Bron: ALS Independence

Share