Pas geïdentificeerde boodschappermoleculen kunnen neuronen mogelijk helpen te overleven

14-02-2019

Nieuw onderzoek zou kunnen helpen bij het identificeren en ontwikkelen van nieuwe therapieën voor ALS en andere neurodegeneratieve aandoeningen

UNIVERSITY OF SHEFFIELD

- Pas geïdentificeerde boodschappermoleculen zouden neuronen kunnen helpen te overleven
- Nieuw onderzoek zou kunnen helpen bij het identificeren en ontwikkelen van nieuwe therapieën voor Amyotrofische laterale sclerose (ALS) en andere neurodegeneratieve aandoeningen
- ALS treft 5.000 volwassenen in het VK - er bestaat momenteel geen genezing voor de degeneratieve aandoening

Wetenschappers van de University of Sheffield hebben nieuwe boodschappermoleculen geïdentificeerd die pendelen tussen cellen. Deze zouden neuronen kunnen helpen te overleven - wat potentieel kan leiden tot nieuwe behandelingen voor ALS.

Het baanbrekende onderzoek heeft de rol ontdekt van een kleine molecule die grote signaalcascades kan reguleren en de overlevingskansen van neuronen aanzienlijk kan verbeteren - iets wat het pad zal helpen te effenen naar de identificatie en ontwikkeling van nieuwe therapieën voor neurodegeneratieve ziektes.

ALS is een slopende neurodegeneratieve aandoening die de zenuwen die commando's geven aan de spieren - motorneuronen - aantast in de hersenen en het ruggenmerg. De boodschappen van deze zenuwen bereiken gaandeweg de spieren niet langer, waardoor deze verzwakken, stijf worden en uiteindelijk afsterven. De progressieve ziekte tast het vermogen van de patiënt aan om te lopen, te spreken, te eten en te ademen. ALS treft 5.000 volwassenen in het VK en er bestaat momenteel geen genezing.

Zowat 10 procent van de ALS-gevallen is overgeërfd. De overige 90 procent wordt veroorzaakt door complexe genetische en omgevingsinteracties die momenteel nog niet echt doorgrond zijn - dit staat bekend als sporadische ALS. De meest gangbare gekende genetische oorzaak van ALSis een mutatie van het C9orf72-gen.

Hoewel ALS de neuronen doet afsterven, spelen andere ondersteunende celtypes zoals astrocyten – stervormige gliale cellen in de hersenen en het ruggenmerg - een belangrijke rol bij de ziektevoortgang. Astrocyten zijn normaal gezien verantwoordelijk voor de bescherming en voeding van de neuronen, maar bij ALS kunnen ze toxisch worden. In een gezond organisme geven deze cellen zakjes met blaasjes vrij die boodschappen bevatten die worden doorgegeven aan andere cellen. Bij ALS kunnen deze extracellulaire blaasjes (EB's) toxische factoren bevatten - waardoor ze de neuronen niet langer ondersteunen, maar bijdragen tot hun dood.

Het nieuwe onderzoek werd geleid door dr. Laura Ferraiuolo van het Instituut voor Translationele Neurowetenschappen van de University of Sheffield (SITraN) en kwam tot de bevinding dat wanneer de micro-RNA-molecule - die grote signaalcascades kan reguleren - wordt geïntroduceerd in een astrocyten-motorneuronencultuur, de overlevingskansen van neuronen er aanzienlijk op vooruit gaan.

Het micro-RNA dat werd geïdentificeerd in de studie heet miR-494-3p en reguleert genen die zijn betrokken bij de instandhouding van de gezondheid en kracht van neuronenaxonen. De onderzoekers stelden ook vast dat de hoeveelheid miR-494-3p aanzienlijk was gereduceerd in cellen die waren afgeleid van patiënten met sporadische ALS.

Dr. Ferraiuolo van SITraN en hoofdauteur van de studie: "Wanneer een artificiële vorm van miR-494-3p werd geïntroduceerd in de astrocyten-motorneuronencultuur, stegen de overlevingskansen van de neuronen aanzienlijk".

"De studie toont aan dat het herstellen van afgenomen aantallen micro-RNA de overlevingskansen van de cel kan doen verbeteren. De resultaten werpen niet alleen meer licht op de mechanismen van deze complexe ziekte; ze hebben ook enorm potentieel voor de identificatie en ontwikkeling van nieuwe therapieën voor ALS en andere neurodegeneratieve ziektes."

Het onderzoek gebeurde in samenwerking met het team van dr. Guillaume Hautbergue bij SITraN en het labo van dr. Stuart Hunt aan de Tandheelkundige School van de University of Sheffield en verscheen in het tijdschrift EBioMedicine (gepubliceerd door The Lancet).

 

Vertaling: Bart De Becker

Bron: EurekAlert!

Share