De specifieke kenmerken van het UNC13A-polymorfisme bij amyotrofische laterale sclerose

17-07-2020

Harold H.G. Tan, Hannelore K. van der Burgh, Michael A. van Es, Leonhard A. Bakker, Kevin van Veenhuijzen, Kristel R. van Eijk, Ruben P.A. van Eijk, Jan H. Veldink, Leonard H. van den Berg.

Doelstelling
Het rs12608932 enkelvoudig nucleotide polymorfisme in UNC13A wordt in verband gebracht met een gevoeligheid voor amyotrofische laterale sclerose (ALS) en frontotemporale degeneratie (FTD), en kan aan de basis liggen van verschillen qua behandelingsrespons. We stelden ons tot doel het klinische, cognitieve, gedrags-, en neuro-imagingfenotype van UNC13A bij ALS-patiënten te kenschetsen.

Methodes
Bij ons onderzoek betrokken we 2.216 ALS-patiënten zonder een C9orf72-mutatie, ter identificatie van klinische kenmerken die verband houden met het UNC13A-polymorfisme. We gebruikten daarbij een subcohort van 428 ALS-patiënten om cognitieve en gedragsprofielen te bestuderen, en 375 patiënten voor de studie van neuro-imagingkenmerken. Verbanden werden geanalyseerd volgens een additief genetisch model.

Resultaten
Het genotyperen van rs12608932 resulteerde in 854 A/A-, 988 A/C- en 374 C/C-genotypes. Het C-allel was geassocieerd met een hogere leeftijd bij aanvang van de symptomen (gemiddelde leeftijden A/A 63,5, A/C 65,6, C/C 65,5, p<0,001), frequentere bulbaire aanvang (A/A 29,6%, A/C 31,8%, C/C 43,1%, p<0,001), meer gevallen van ALS‐FTD (A/A 4,3%, A/C 5,2%, C/C 9,5%, p=0,003), een lagere geforceerde vitale capaciteit bij de diagnose (gemiddeld percentage A/A 92,0, A/C 90,0, C/C 86,5, p<0,001), en een kortere overlevingsduur (gemiddeld in maanden A/A 33,3, A.C 30,7, C/C 26,6, p<0,001). UNC13A was geassocieerd met lagere scores op de ALS‐specifieke cognitietests (gemiddelden A/A 79,5, A/C 78,1, C/C 76,6, p=0,037) en frequentere gedragsstoornissen (A/A 16,7%, A/C 24,4% C/C 27,7%, p=0,045). De dunnere linker inferieure temporale en rechter fusiforme schorsen waren geassocieerd met de UNC13A-SNP (p=0,045 en p=0,036).

Interpretatie
Fenotypische vormen van onderscheid die zijn geassocieerd met UNC13A maken het tot een belangrijke factor waarmee rekening moet worden gehouden bij het ontwerp van klinisch onderzoek, cognitieve en gedragsstudies, en prognostische counselling.

 

Vertaling: Bart De Becker

Bron: Annals of Neurology

 

Share