ALS en omgevingsrisico's

15-02-2011

Hoofdtrauma dat verband houdt met de ontwikkeling van MND/ALS.

Er wordt reeds lang vermoed dat complexe interacties tussen genetische- en omgevingsrisicofactoren MND/ALS kunnen uitlokken.   Meestal wordt een hersenen- en/of ruggenmergletsel in de voorgeschiedenis van een persoon, of een vroegere belastende fysieke activiteit, als mogelijke oorzaak beschouwd van beginnende MND/ALS.  Onlangs hebben Griekse onderzoekers gesuggereerd dat cocaïnemisbruik de verdere ontwikkeling van pas ingezette MND /ALS kan doen toenemen.   Hierbij aansluitend worden herhaaldelijke hoofdverwondingen in verband gebracht met de ontwikkeling van een aandoening die bekend staat als chronische toxische encephalopathie (CTE; in de volksmond bekend als ‘schildersziekte’).  Onderzoekers uit Boston onderzochten CTE gevallen en vonden een verband met  ophoping  van het TDP-43 eiwit, een verband dat ook wordt aangetroffen in MND/ALS.  Het viel in het oog dat drie atleten met CTE eveneens progressieve MND/ALS ontwikkelden.  Dit verband tussen TDP-43 en CTE patiënten die daar bovenop MND/ALS ontwikkelden is de eerste pathologisch evidentie die wijst in de richting  dat herhaalde hoofdkwetsuren  opgelopen bij contactsporten geassocieerd kunnen worden met de ontwikkeling van MND/ALS.

 

Zuurstoftekort als risicofactor voor MND/ALS?

Wij vervolgen het thema van belastende fysieke activiteit en MND/ALS.  Een onderzoeksteam uit Rome onderzocht  of de plaats van tewerkstelling van een persoon in verband kan staan met MND/ALS. Recentelijk hebben onderzoekers uit Michigan immers gesuggereerd dat de blootstelling aan metalen zoals lood en kwik op zichzelf geen risicofactor voor MND/ALS zou vormen.  Maar er werd wel een hypothese gemaakt waarin tekort aan zuurstoftoevoer in verband gebracht kan worden met MND/ALS.  Het is algemeen bekend dat schommelingen in de zuurstofniveaus van bloed en weefsels een normaal voorkomend fysiologisch gegeven is.   Zo zullen niveaus van zuurstof in het bloed afnemen tijdens uitputtende fysieke activiteiten, wat kan leiden tot een toestand waarin het lichaam een ondermaatse toevoer van beschikbare zuurstof krijgt.  Dat fenomeen heet hypoxie.   De onderzoekers bestudeerden bijna 15.000 MND/ALS dossiers samen met bijna 60.000 overlijdens ten gevolge van andere doodsoorzaken.  Het risico verbonden aan optredende hypoxie, zoals bij fysieke activiteiten binnen de beroepsklasse van brandweermensen en van professionele atleten, werd onderzocht.  De onderzoekers ontdekten dat in de bestudeerde populatie een fysieke activiteit in het algemeen (zonder hypoxie)  het risico op MND/ALS niet verhoogde.  Echter, de ontplooide activiteit van professionele sportbeoefenaars vertoonde een risicoverhoging.  Bij brandweermensen stelde men zelfs een tweevoudige toename van het MND/ALS risico vast.   De auteurs besloten dat beroepsactiviteiten die blootstelling aan omgevingsrisico met zuurstoftekort  of hypoxie een mogelijke risicofactor vormen voor MND/ALS.

 

Ontkoppelde motorische neuronen

De afstand tussen de hersenen en de spieren is zo groot dat er honderden of duizenden cellen aaneensluitend in passen.  Toch is de meest efficiënte manier om een signaal vanuit de hersenen naar een doelspier te sturen het verloop via een enkele cel die de boodschap de hele lange weg kan laten overbruggen.  Een motorische neuron draagt die boodschap vanuit de hersenen naar het ruggenmerg over (bovenste neuronen), waarna de boodschap wordt doorgegeven aan een andere motorische neuron die daarop de spier activeert (lagere motorische neuronen).  De verbinding tussen neuronen wordt een synaps genoemd, en die werkt net zoals een koppeling (‘plug’) tussen twee verlengsnoeren.  Al een hele tijd is er een debat gaande over deficiënte bovenste of lagere neuronen als oorzaak van MND/ALS.  In beide gevallen is het eindresultaat dat het signaal naar de doelspieren uitgeschakeld wordt en dat daardoor geen beweging mogelijk is.  Onderzoekers uit Rome hebben nu aanwijzingen gevonden dat de verbinding, de synaps, tussen de bovenste en de lagere motorische neuronen de oorzaak van de afwijking is.  Zij tonen aan dat er een probleem is met de bovenste motorische neuronen die het signaal dienen door te geven.  De auteurs tonen ook aan dat die feiten reeds plaatsgrijpen vooraleer de motorische symptomen verschijnen.  De volgende stap zou zijn om een manier te vinden om deze ontkoppeling te herstellen en de verdere doorloop van het signaal te herstarten.

 

Een nieuwe vuilnisophaler binnenin neuronen?

Het is bekend dat in motorische neuronen van MND/ALS patiënten proteïne afvalmateriaal opgehoopt wordt. Een Italiaans onderzoeksteam heeft een proteïne HspB8 bestudeerd die in neuronen voorkomt.  Daarbij werd ontdekt dat HspB8 kan bijdragen om het afvalmateriaal op te ruimen.  De functie van HspB8 lijkt te zijn:  het opsporen van proteïne afvalbergen en het in gang zetten van een afbraaksysteem dat kan vergeleken worden met een vuilnisophaler.  Nu suggereren de onderzoekers dat indien zij een manier zouden vinden om meer van dergelijke HspB8 proteïnen in neuronen onder te brengen, de proteïne afvalbergen bij MND/ALS patiënten kunnen worden beperkt.  

Vertaling: Dirk en Dirk

Bron: Internationale Alliantie

Share