Bij vliegen kan één hersencel meerdere bewegingen van het lichaam aansturen

10-05-2024

Nieuw onderzoek onthult hoe de hersenen bewegingen orkestreren in samenwerking met
zintuiglijke signalen van het lichaam

MICROSCOOPBEELD VAN EEN VLIEGENBREIN (GRIJS) MET MAGENTA VISUELE
NEURONEN DIE VERBINDING MAKEN MET EEN MOTORNEURON IN DEZE STUDIE
(GROEN).

CREDIT: STEPHEN HUSTON, ZUCKERMAN INSTITUUT; REBECCA JOHNSTON, FRIDAY HARBOR LABORATORIES

 

Motorische neuronen zijn de cellen die de hersenen gebruiken om spieren te laten werken.
Wetenschappers zagen ze meestal als eenvoudige verbindingen, net als de kabels die
computers verbinden met hun accessoires. Nu hebben onderzoekers van het Zuckerman
Instituut van Columbia in studies met vliegen ontdekt dat motorneuronen elk afzonderlijk het
lichaam van een insect op veel complexere manieren kunnen laten bewegen dan eerder
werd gedacht.

De bevindingen zijn op 20 maart gepubliceerd in Nature.

“Dit is een van de eerste keren dat wetenschappers in 3D hebben geanalyseerd wat
afzonderlijke motorneuronen doen terwijl het lichaam op natuurlijke wijze beweegt”, zegt
Stephen Huston, Ph.D., een onderzoeker aan het Zuckerman Instituut van Columbia en
corresponderend auteur van het onderzoek. “Je kunt niet begrijpen hoe de hersenen het
lichaam laten bewegen zonder te weten wat elke motorneuron doet, net zoals je niet kunt
begrijpen hoe een poppenspeler een marionet laat bewegen zonder te begrijpen wat de
touwtjes van de pop doen.”

Motorische neuronen zijn de laatste schakels waarmee de hersenen de bewegingen van het
lichaam besturen, van een vingerknip tot een oogwenk. Ondanks deze cruciale taak
beginnen onderzoekers nu pas de rol te ontdekken die afzonderlijke motorneuronen spelen
bij beweging. Het meten van de activiteit van individuele neuronen in bewegende dieren is
experimenteel moeilijk gebleken.

Dankzij de vooruitgang in laboratoriumtechnieken kunnen onderzoekers nu afzonderlijke
motorneuronen in fruitvliegen manipuleren terwijl de insecten vrij bewegen.

Vertaling: Ann Bracke
Bron: Columbia University
 

 

Share