Eerste resultaten gentherapie voor frontotemporale degeneratie zijn veelbelovend
24-06-2024
LEUVEN - De eerste resultaten van gentherapie voor frontotemporale degeneratie (FTD), een vorm van dementie, zijn veelbelovend. Dat blijkt uit een nieuwe internationale studie, gepubliceerd in het vakblad Nature Medicine, waaraan UZ Leuven heeft meegewerkt.
Frontotemporale degeneratie is een vorm van dementie waarbij vooral de voorste delen van de hersenen beschadigd raken. Bij de meeste patiënten treden er drastische veranderingen op in hun gedrag en persoonlijkheid. Ook afasie, of verlies van taal en spraak, is een voorkomend symptoom. De ziekte kan optreden vanaf de leeftijd van 45 jaar, leidt tot een verlies van zelfredzaamheid en is vandaag onbehandelbaar. De progressie van de ziekte kan patiënt per patiënt variëren van 2 tot ruim 5 jaar of zelfs nog langer, maar na verloop van tijd kent FTD een fatale afloop.
Bij 15 procent van de patiënten heeft FTD een genetische oorzaak. Drie genen zijn ontdekt als veroorzakende factor voor de ziekte. Eén van die drie genen is het gen voor progranuline, een eiwit dat onder meer een rol speelt als ontstekingsremmer en groeifactor voor hersencellen. Bij 4 à 5 procent van de patiënten speelt een mutatie in het progranuline-gen een rol. Door die genetische fout is het niveau aan progranuline bij deze patiënten slechts half zo hoog in vergelijking met mensen die de ziekte niet hebben.
Onderzoekers van drie centra, van de Universiteit van Pennsylvania, de Universiteit van Sydney en UZ Leuven, hebben recent deelgenomen aan een studie, opgezet door de firma Prevail Therapeutics (Eli Lilly), naar die progranuline-niveaus. Ze onderzochten wat er zou gebeuren als ze de erfelijke code van gezond progranuline toe zouden dienen in het hersenvocht van de patiënten. Dat gebeurde via een eenmalige injectie op een plaats net onder het achterhoofd, waar zich relatief veel hersenvocht bevindt.
"Het gezond stukje DNA zat ingekapseld in een soort omhulsel en werd opgenomen door de celkern in de hersenen", verduidelijk professor Rik Vandenberghe (UZ Leuven). "Dat DNA wordt afgeschreven naar het RNA, vanwaaruit het progranuline-eiwit afgeschreven wordt. Het defecte gen wordt dus 'vervangen' door het gezonde gen."
De resultaten waren veelbelovend: zowel 6 als 12 maanden na de toediening bleek het niveau van progranuline bij de patiënten hersteld te zijn tot het normale niveau. "Tot hiertoe staat de medische wereld machteloos tegenover FTD", vertelt professor Vandenberghe. "Als we vooruitgang willen boeken in de behandeling, zijn deze eerste stappen cruciaal. We leren hier ontzaglijk veel uit: het geeft hoop om voor volgende generaties tot een effectieve behandeling van deze erfelijke ziekte te komen."
In een vervolgstudie zullen de onderzoekers het middel bij een grotere groep mensen uittesten en vergelijken met een controlegroep die een placebo toegediend krijgt. Zo hopen ze op termijn tot een geneesmiddel te komen dat het ziekteverloop van FTD kan vertragen
Bron: MEDIQUALITY